Kerk2025: terug naar de kern
Ook in 2025 wil de Protestantse Kerk een betekenisvolle kerk zijn. Een kerk waar geloof, de geloofsgemeenschap en de diaconale en maatschappelijke presentie centraal staan.
Kerk 2025
Ook in 2025 wil de Protestantse Kerk een betekenisvolle kerk zijn. Een kerk waar geloof, de geloofsgemeenschap en de diaconale en maatschappelijke presentie centraal staan.
‘Kerk 2025’ is het motto van een breed opgezet beleidsproces voor de periode tot 2025, dat in 2014 werd opgestart. Als inspiratiebron diende de visienota van de Protestantse Kerk uit 2012 ‘De hartslag van het leven’.
De kern van Kerk 2025 kan worden samengevat in de woorden ‘terug naar de kern’ (back to basics). In een krimpende kerk komt het aan op een krachtige concentratie op de kernen van kerk-zijn en het overboord gooien van bestuurlijke ballast die ons hindert om de vreugde van het evangelie te ervaren en met anderen te delen.
De organisatorische vereenvoudiging die daarmee gepaard gaat, moet daarom gericht zijn op transparantie (tot op de kern van kerk-zijn), ruimte (voor gemeenten om zelf hun organisatie te kiezen binnen algemene kaders) en eenvoud (realistischer, minder complexe structuur, passend bij wat aan gaven, mensen en middelen voor handen is).
De huidige visienota 'Van U is de toekomst' (2020) actualiseert en concretiseert Kerk 2025. De nadruk in de visie ligt op genade als bevrijdende grondtoon. “Het komt in onze tijd aan op lege handen, ontvankelijkheid, waakzaamheid en concentratie op God”, aldus ds. De Reuver. “De kerk is niet een bedrijf dat we moeten redden, de kerk leeft van de verbondenheid met Jezus Christus. Waar Jezus is, daar is de kerk.”
Mozaïek van kerkplekken
Dit is de bezinning op de betekenis van nieuwe kerkplekken voor de bestaande praktijk van kerk-zijn. In de afgelopen jaren zijn er vanuit de Protestantse Kerk circa 250 nieuwe vormen van kerk-zijn ontstaan: pioniersplekken, kliederkerken, leefgemeenschappen en monastieke initiatieven. Naar aanleiding daarvan gaf de generale synode eind 2017 de opdracht aan de dienstenorganisatie om de vragen en knelpunten rond deze nieuwe vormen van kerk-zijn te doordenken. Een belangrijk aspect daarbij is de vraag of en hoe nieuwe kerkplekken, die dat willen, als zelfstandig onderdeel kunnen worden opgenomen binnen onze bestaande kerkinrichting. Inmiddels is besloten (2019) dat pioniersplekken die zelfstandig willen worden (pioniersplekken zijn altijd verbonden aan een gemeente) een kerngemeente kunnen worden.
Meer hierover zie de themapagina 'Mozaïek van kerkplekken':
De positie van kleine gemeenten
Omdat de richtlijnen binnen de kerkorde voor veel kleine gemeenten niet haalbaar zijn, wilden zij graag dat het principe kerngemeente ook voor hen van toepassing zou zijn. Inmiddels is besloten (juni 2019) dat een kerngemeente tenminste tien doop- of belijdende leden moet tellen en dat minimaal een ouderling, diaken en een ouderling-kerkrentmeester de kernraad vormen. Ter vergelijking: een ‘normale’ gemeente heeft minimaal zeven leden in de kerkenraad.
Hernieuwde bezinning over het ambt
De discussie in de synode over de nieuwe kerkplekken leidde ook tot het besluit om een werkgroep van deskundigen de opdracht te geven zich te bezinnen op het ambt in de Protestantse Kerk en daarover een ambtsvisie te schrijven. Achtergrond van dit besluit was een voorstel in het rapport ‘Mozaïek van Kerkplekken’ over de wijze waarop de bediening van Woord en sacramenten in een toekomstige kerkplek zou moeten worden gewaarborgd. Naast de bekende mogelijkheden - door inzet van een predikant of een kerkelijk werker met bevoegdheden van de predikant - zou bijvoorbeeld ook een ‘pastor’ kunnen worden ingezet.
Meer hierover zie themapagina 'Het ambt':