Procedures voor het verlenen van preekconsenten in de Protestantse Kerk in Nederland volgens ordinantie 5-5-2 en 13-10 alsmede de generale regeling preekconsent van de kerkorde.
Inhoud:
- Preekconsent voor hen die opgenomen zijn in het register - algemeen
- Preekconsent voor kerkelijk werkers die werkzaam zijn in een instelling
- Voor hen die de opleiding tot predikant hebben gevolgd
- Voor hen die de opleiding tot predikant volgen (ord. 13-10)
1. Preekconsent voor hen die opgenomen zijn in het register -- algemeen
Toelichting op de bedoelde categorie
Het gaat hier om degenen die zijn ingeschreven in het register van kerkelijk werkers. Aan hen kan een preekconsent worden verleend indien
- zij een aanvullende homiletische en liturgische vorming hebben ontvangen en
- aan de kleine synode is gebleken dat er geen mogelijkheid is om op andere wijze in voldoende mate te voorzien in het voorgaan in de kerkdiensten in de gemeente die het consent aanvraagt.
Relevante kerkordelijke bepalingen
Ordinantie 5-5-2 (Kerkorde) en artikel 1-3 (algemene bepalingen) en artikel 6 van de generale regeling preekconsent (Generale Regelingen, behorend bij de Kerkorde).
Indienen van de aanvraag
Het preekconsent wordt aangevraagd door de classis. De volgende stukken moeten worden aangeleverd bij de kerkenraad van de gemeente waar de kandidaat aan verbonden is. De kerkenraad stuurt deze stukken vervolgens naar de classis.
Meesturen
- CV van betrokkene
- motivatie tot het kerkelijk werk in het algemeen en tot het voorgaan in het bijzonder (ca. 250 woorden)
- een volledig uitgeschreven recente kerkdienst waarin de kandidaat op een reguliere zondag is voorgegaan (inclusief orde van dienst, uitgeschreven gebeden, eventuele audiovisuele middelen, kinderverhaal etc.)
- een verslag van de voorbereiding op die dienst met motivatie voor de tekstkeuze, geraadpleegde bronnen, methode van voorbereiding en de gemeente waar de dienst is gehouden (ca. 250 woorden)
- een korte evaluatie van de gehouden dienst met reflectie op wat is 'gelukt' en wat minder geslaagd was (ca. 250 woorden)
Behandeling
- Na ontvangst van het volledige materiaal wordt dit besproken in de plenaire commissievergadering.
- De kandidaat wordt uitgenodigd voor een gesprek met twee commissieleden. Voor dit gesprek ontvangt de kandidaat drie gesprekspunten over het ingestuurde materiaal: liturgisch, homiletisch en exegetisch.
- Na het 'driegesprek' dient de kandidaat binnen twee weken een reflectieverslag (ca. 500 woorden) in bij de gesprekspartners.
- Na ontvangst van het reflectieverslag neemt een van de gesprekspartners binnen twee weken contact op met reactie op de inhoud en eventuele suggesties voor voortgaande scholing.
Het preekconsent wordt uitgereikt door de classis.
Geldigheid
Het consent wordt verleend voor een periode van twee jaar voor de actieradius die door de classis is bepaald.
Beëindiging van de bevoegdheid
Het consent vervalt tussentijds:
- bij beëindiging van werkzaamheden als het consent met het oog op die werkzaamheden aan een in een gemeente werkzame kerkelijk werker is verleend.
- als aan de kleine synode is gebleken dat betrokkene zich niet houdt aan de voorwaarden waaronder de bevoegdheid is verleend.
- bij toepassing van een middel van kerkelijke tucht als bedoeld in ord. 10-9-7 sub b. c en d
- als de kleine synode -- wegens dringende redenen -- tot het oordeel komt dat het voortduren van de bevoegdheid in strijd is met het belang der kerk.
Verlenging
Een verlenging wordt aangevraagd door de classis. De kandidaat moet de volgende stukken aanleveren bij de kerkenraad:
- een volledig uitgeschreven kerkdienst (als boven)
- een reflectie op de ontwikkeling als voorganger in de tussenliggende tijd (ca. 500 woorden)
Op basis hiervan besluit de commissie of een nieuw driegesprek gewenst is. Een verlengd consent geldt voor een periode van vier jaar voor de door de classis bepaalde actieradius.
2. Preekconsent voor kerkelijk werkers die werkzaam zijn in een instelling
Toelichting op bedoelde categorie
Het gaat hier om kerkelijk werkers die met een bijzondere opdracht van een kerkenraad of classicale vergadering werkzaam zijn in een instelling. Aan hen kan preekconsent worden verleend indien
- zij een aanvullende homiletische en liturgische vorming hebben ontvangen en
- aan de kleine synode is gebleken dat zulks noodzakelijk is om te voorzien in het -- op een voor de desbetreffende instelling adequate wijze -- voorgaan in de kerkdiensten in de instelling.
Relevante kerkordelijke bepalingen
Ordinantie 5-5-2 en artikel 1-3 (algemene bepalingen) en artikel 7 van de generale regeling preekconsent.
Voor verdere details over aanvraag, behandeling, geldigheid, beëindiging en verlenging gelden dezelfde procedures als beschreven onder sectie 1.
3. Voor hen die de opleiding tot predikant hebben gevolgd
Toelichting op bedoelde categorie
Aan belijdende leden van de kerk die met goed gevolg de door de kerk aangewezen opleiding tot predikant hebben voltooid, maar geen toelating tot het ambt van predikant in de PKN hebben gevraagd, kan een preekconsent worden verleend indien naar het oordeel van de kleine synode verlening in het belang van de kerk is.
Relevante kerkordelijke bepalingen
Ordinantie 5-5-2 (Kerkorde) en artikel 1-3 (algemene bepalingen) en artikel 5 van de generale regeling preekconsent (Generale Regelingen, behorend bij de Kerkorde).
Indienen van de aanvraag Het preekconsent wordt aangevraagd door:
- door betrokkene zelf;
- bij de scriba van de kleine synode via preekconsenten@protestantsekerk.nl
Meesturen
- CV van betrokkene
- motivatie tot het voorgaan (ca. 250 woorden)
- een verklaring over belijdenis en wandel, afgegeven door de kerkenraad van de gemeente, tot welke de betrokkene als belijdend lid behoort
- het bewijs dat betrokkene met goed gevolg de opleiding tot predikant heeft gevolgd
- een volledig uitgeschreven recente kerkdienst waarin de betrokkene op een reguliere zondag is voorgegaan (inclusief orde van dienst, uitgeschreven gebeden, eventuele audiovisuele middelen, kinderverhaal etc.)
- een verslag van de voorbereiding op die dienst met motivatie voor de tekstkeuze, geraadpleegde bronnen, methode van voorbereiding en informatie over de gemeente (ca. 250 woorden)
- een korte evaluatie van de gehouden dienst met reflectie op wat is 'gelukt' en wat minder geslaagd was (ca. 250 woorden)
Behandeling
- Na ontvangst van het volledige materiaal wordt dit besproken in de plenaire commissievergadering.
- De kandidaat wordt uitgenodigd voor een gesprek met twee commissieleden. Voor dit gesprek ontvangt de kandidaat drie gesprekspunten over het ingestuurde materiaal: liturgisch, homiletisch en exegetisch.
- Na het 'driegesprek' dient de kandidaat binnen twee weken een reflectieverslag (ca. 500 woorden) in bij de gesprekspartners, waarin concrete leerpunten worden verwoord.
- Na ontvangst van het reflectieverslag neemt een van de gesprekspartners binnen twee weken contact op met de kandidaat om te reageren op de inhoud en eventueel suggesties te doen voor voortgaande scholing.
Het consent wordt uitgereikt door de Commissie Preekconsenten.
Bij de uitreiking wordt door betrokkene de belofte afgelegd en ondertekend, zoals bedoeld in art. 1-7 van de generale regeling preekconsent.
Geldigheid
Het consent wordt verleend voor een periode van vier jaar. Het consent geldt voor alle gemeenten.
Beëindiging van de bevoegdheid
Het consent vervalt tussentijds:
- als aan de kleine synode is gebleken dat betrokkene zich niet houdt aan de voorwaarden waaronder de bevoegdheid is verleend
- bij toepassing van een middel van kerkelijke tucht als bedoeld in ord. 10-9-7 sub b. c en d
- als de kleine synode -- wegens dringende redenen -- tot het oordeel komt dat het voortduren van de bevoegdheid in strijd is met het belang der kerk.
Verlenging
Bij verlenging dient de kandidaat de volgende stukken aan te leveren:
- een volledig uitgeschreven kerkdienst (als boven)
- een reflectie op de ontwikkeling als voorganger in de tussenliggende tijd (ca. 500 woorden)
Op basis hiervan besluit de commissie of een nieuw driegesprek gewenst is. Indien mogelijk vindt dit gesprek plaats met dezelfde gesprekspartners als bij de eerste aanvraag.
4. Voor hen die de opleiding tot predikant volgen (ord. 13-10)
Toelichting op bedoelde categorie
Aan belijdende leden van de kerk die
- te kennen hebben gegeven toegelaten te willen worden tot het ambt van predikant;
- de theologische opleiding volgen bij of aan de door de kerk daartoe aangewezen universiteiten en seminaria en
- naar het oordeel van de betrokken hoogleraren en docenten voldoende homiletische en liturgische bekwaamheid hebben,
kan in de eindfase van de opleiding voor een tijdvak van telkens ten hoogste twee jaar een preekconsent worden verleend.
Relevante kerkordelijke bepalingen
Ordinantie 13-10, artikel 1 t/m 3 (algemene bepalingen) en artikel 4 van de generale regeling preekconsent
Indienen van de aanvraag
- via het Bureau Studentenzaken PThU;
- bij de scriba van de kleine synode via preekconsenten@protestantsekerk.nl
Meesturen
- een verklaring over belijdenis en wandel, afgegeven door de kerkenraad van de gemeente, tot welke de betrokkene als belijdend lid behoort;
- een verklaring van de betrokken hoogleraren en docenten dat betrokkene
- is ingeschreven in het album van de kerk;
- in de eindfase van de opleiding is gekomen en
- voldoende homiletische en liturgische bekwaamheden heeft.
N.B. Met de verklaring van de hoogleraar of docent inzake de mate van homiletische en liturgische bekwaamheid wordt geacht te zijn voldaan aan de voorwaarde -- zoals gesteld de generale regeling art. 10-1-4 2e aandachtsstreepje -- dat een inhoudelijke toetsing moet plaatsvinden aan de hand van een door betrokkene ingediende preek met bijbehoren zoals bedoeld in GR preekconsent art 10-1-4 tweede aandachtsstreepje. Verondersteld wordt dat de hoogleraar of docent deze toetsing heeft verricht.
Behandeling van de aanvraag
De behandeling van de aanvraag geschiedt door een door de kleine synode ingestelde commissie (de Commissie Preekconsenten). Deze commissie bestaat uit een groep ervaren voorgangers en een gemeentelid uit de hele breedte van de kerk.
Een besluit om een preekconsent onder voorwaarden te verlenen dan wel te weigeren wordt eerst genomen, nadat de betrokken hoogleraren en docenten zijn gehoord.
Het consent wordt uitgereikt door de commissie.
Bij de uitreiking wordt door betrokkene de belofte afgelegd en ondertekend, zoals bedoeld in art. 1-7 van de generale regeling preekconsent.
Geldigheid
Het consent wordt voor een tijdvak van ten hoogste twee jaar verleend. Het consent geldt voor alle gemeenten.
Beëindiging van de bevoegdheid
Het consent vervalt tussentijds:
- zodra de betrokkene ophoudt met de voorbereiding op de toelating tot het ambt van predikant
- als betrokkene niet wordt toegelaten tot het ambt van predikant in de kerk en voorts (volgens art. 3-2 generale regeling)
- als aan de kleine synode is gebleken dat betrokkene zich niet houdt aan de voorwaarden waaronder de bevoegdheid is verleend
- bij toepassing van een middel van kerkelijke tucht als bedoeld in ord. 10-9-7 sub b. c en d
- als de kleine synode -- wegens dringende redenen -- tot het oordeel komt dat het voortduren van de bevoegdheid in strijd is met het belang der kerk.
Verlenging
Bij verlenging aansluitend aan de eerdere verlen(g)ing wordt dezelfde procedure gevolgd (behoudens het afleggen van de belofte; deze laatste wordt geacht tevens te gelden voor de periode van verlenging). Verlenging kan alleen plaatsvinden, zolang betrokkene zich voorbereidt op de toelating tot het ambt van predikant. Deze procedure kan in de regel schriftelijk worden afgehandeld.