Sinds anderhalf jaar begeleidt ds. Heleen Maat samenwerkingsverbanden van gemeenten in de classis Groningen-Drenthe. Insteek: zo lang mogelijk als gemeenten lokaal verder kunnen. “Vanwege onderlinge verschillen in bijvoorbeeld omvang en cultuur, en de angst om de eigenheid kwijt te raken, is dat best spannend. We slaan nieuwe wegen in.”
Heleen Maat ondervond als interim-predikant in kleine dorpen in de classis Groningen-Drenthe de problemen aan den lijve: kerkenraden komen niet meer rond, er zijn te weinig vrijwilligers, predikantsplaatsen lopen terug. "Het is dan belangrijk om daar beleid op te maken en dat iemand dat beleid handen en voeten geeft. De landelijke kerk besteedt veel aandacht aan 'lichter kerk-zijn', maar wij zijn in onze classis al een paar stadia verder. We bedenken dus zelf hoe het moet."
Maat begeleidt samenwerkingsverbanden. Samen met kerkenraden en voorgangers kijkt ze wat er nodig is om lokaal zo lang mogelijk verder te kunnen. "Vanwege onderlinge verschillen in bijvoorbeeld omvang en cultuur, en de angst om de eigenheid kwijt te raken is dat best spannend en lastig."
Naar een nieuwe structuur
Henk van Dijk, voorzitter van de classis Groningen-Drenthe, beaamt dat. Eerder was het nog weleens mogelijk om ambtsdragers tijdelijk in te zetten in een naburige gemeente als daar een tekort was, maar dat werd steeds moeilijker. "Als breed moderamen van de classis was onze gedachte dat we niet voortdurend pleisters moeten blijven plakken en lokale problemen oplossen, maar anders moeten gaan denken. Het verleden liet volgens ons zien dat een fusie tussen twee gemeenten niet altijd werkt. Als een gemeente die haar zaken goed voor elkaar heeft een andere gemeente op sleeptouw neemt, droogt die laatste gemeente bij culturele tegenstellingen nog weleens op. Dat kan niet de bedoeling zijn. Wat als meerdere gemeenten gaan samenwerken? Dan zijn er gelijkwaardiger onderhandelingen en gunt men elkaar wat. Het zou mooi zijn als we samenwerkingsverbanden kunnen creëren van een groter aantal gemeenten met elk hun eigen vierplek. Bestuurlijke en administratieve taken kunnen dan gezamenlijk worden opgepakt. Geen pleisters meer plakken, maar naar een totaal nieuwe structuur waarbij we tradities loslaten zonder de echte traditie los te laten."
Met deze boodschap zijn alle werkgemeenschappen van predikanten in de classis bezocht, en de negen ringen waar vertegenwoordigers van de kerkenraden aanwezig waren. Om het proces naar regiovorming te begeleiden zocht de classis een functionaris. Via de Mobiliteitspool kwam Heleen Maat in beeld, een predikant met interim-vaardigheden.
Kennismakingsavond
Voordat Maat aan de slag gaat, is er al een traject afgelegd. De vorige classispredikant Jan Hommes, die eind vorig jaar met emeritaat ging, had een overzicht met kwetsbare gemeenten samengesteld. Ook jaarrekeningen van gemeenten geven inzicht in hoe het ervoor staat. Huidig classispredikant Ellen Peersmann (sinds 1 januari) vertelt dat dat inzicht belangrijk is. "Zo zien we welke gemeenten heel kwetsbaar zijn, qua vermogen of bestuurskracht of allebei, maar ook hoe het toekomstperspectief is qua vergrijzing en krimp." Op grond van het overzicht van kwetsbare gemeenten roept Peersmann naburige gemeenten bij elkaar voor een kennismakingsavond. "Deze gemeenten zijn dan voor het eerst op deze manier bij elkaar. We beginnen met het geloofsgesprek, dat is tenslotte waar we gemeente voor zijn. Vervolgens wisselen we sterke punten uit. Daarna komen de zorgen. Die zijn bij veel gemeenten ongeveer dezelfde: ambtsdragers zijn moe, er zijn geen opvolgers, ze voelen zich verantwoordelijk. De adviseur dienstverlening vanuit de dienstenorganisatie, Evelien Vrolijk, is bij de avonden. Zij vormt samen met mij, Theo Trox als financieel ondersteuner en Heleen Maat het classisteam. In dit team worden de regio-overleggen voorbereid en geëvalueerd. Samen bespreken we de vervolgstappen. Aan het eind van de avond bekijken we of er de wil is om een samenwerkingsverband te vormen. Als dat zo is, is de vervolgafspraak voor Heleen Maat. Als gemeenten nog niet zover zijn, spreek ik hen nog een keer om te kijken of we toch een stapje verder kunnen komen."
Inmiddels heeft Maat een lijstje van 16 samenwerkingsverbanden waarbij meer dan 50 gemeenten zijn betrokken. "Allemaal gemeenten die willen”, zegt ze. “Als je niet verder kunt, dan moet je wel. Het alternatief is opheffing, en dat wil niemand." Haar ervaring als interim-predikant komt goed van pas. "Ik weet hoe het werkt in een dorp, waar de valkuilen zitten, wat wel en wat niet werkt."
Uitgangspunt is solidariteit
"De gedachte achter de samenwerkingsverbanden is dat plaatselijke gemeenten het kerkelijk leven ter plekke in stand moeten kunnen houden en ontzorgd worden van beheers- en bestuurstaken. Die kunnen centraal geregeld en aangestuurd worden”, zegt classisvoorzitter Van Dijk. “Als het gaat om het vermogen: er is voldoende kapitaal om de hele classis nog wel 30 tot 40 jaar in de lucht te houden. Maar dat kapitaal is onevenredig verdeeld. Als we het kerkelijk goed willen doen, hoort daar omkijken naar de buren bij. Solidariteit is dus het uitgangspunt van de structuur van de toekomst: rijke gemeenten helpen arme."
Solidariteit is best ingewikkeld als het om geld gaat, ziet classispredikant Peersmann. "Het vermogen delen met gemeenten die klein en kwetsbaar zijn, heeft een lange adem nodig. Er moet veel gepraat en uitgelegd worden, en we kunnen gemeenten niet dwingen. Maar wat moet je met een volle bankrekening als er geen levende geloofsgemeenschap meer is?"
Ook teamvorming voorgangers
Behalve kwetsbaarheid aan de kant van gemeenten speelt het grote tekort aan voorgangers mee. Van Dijk: "We voorzien een tekort van 50 procent volgend jaar. Dus predikanten moeten ook taken herverdelen."
Peersmann bezoekt de werkgemeenschappen van predikanten, om de voorgangers mee te nemen in de regiovorming. "We denken aan een team van voorgangers dat samen een cluster van gemeenten bedient. Daar zijn we al op aan het inzetten. In Oost-Groningen zijn er zeven gemeenten die, door hun vermogen bij elkaar te doen, 1,6 fte kunnen aanstellen en gezamenlijk die vacature uitzetten. Zonder deze samenwerking zou geen van de gemeenten iemand kunnen beroepen." Voor deze voorgangers komt het dan wel op een andere manier van werken aan. "We voeren momenteel gesprekken over een training - in de permanente educatie (PE) - over teamvorming van voorgangers."
Als interim-predikant voor de regio ziet Maat dat een aantal predikanten hier goed in mee kan gaan. "Maar er zijn ook predikanten die hun gemeenteleden persoonlijk willen kennen en contacten willen opbouwen. Dat kan hier niet meer. En het is ook niet eerlijk dat er gemeenten met een fulltime predikant zijn, terwijl er in naburige gemeenten niemand is. We doen dus ook hier een beroep op solidariteit."
Nieuwe wegen
We staan aan de vooravond van grote veranderingen in de kerkelijke structuur, zien Van Dijk, Maat en Peersmann. "Groningen-Drenthe is hierin samen met de classis Delta koploper, maar andere classes zullen vroeger of later volgen", zegt Van Dijk. Hij ziet bij veel gemeenten nog wel angst om kerkelijke tradities los te laten. Ook Maat ziet die angst. "Veel kerken vinden het moeilijk om onder ogen te zien dat de zware kerkelijke organisatie voorbij is. Volle kerken, grote kerkenraden – het komt niet meer terug, houd daar dus niet aan vast. We slaan nieuwe wegen in. Bedenk als kerk wat je bestaansrecht is, wat je voor de toekomst wilt behouden. Met dat als uitgangspunt is er veel mogelijk.”
Ondersteuning door dienstenorganisatie
Het proces naar regiovorming in de classis wordt begeleid door de dienstenorganisatie, met ondersteuning van onder meer interim-predikant Heleen Maat. De classis is haar opdrachtgever, de dienstenorganisatie - via de Mobiliteitspool - haar werkgever. Ze wordt betaald uit subsidies van de Solidariteitskas, de Maatschappij van Welstand, de gemeenten die door haar ondersteund worden (zij dragen elk 1000 euro bij) en de gemeenten in de classis die om een vrijwillige bijdrage van 100 euro is gevraagd. Ook hier draait het om solidariteit.
De dienstenorganisatie ondersteunt ook in het komen tot een model dat andere classes kunnen gebruiken. "Het proces in onze classis wordt een format voor het proces naar regiovorming", vertelt Peersmann. "We houden allemaal nauwkeurig bij wat we doen. Uiteindelijk willen we een soort stappenplan maken: zo kun je omgaan met regiovorming."
Kerk van de toekomst
We zijn hiermee op de goede weg, vindt Maat. "Soms zijn er in een gemeente nog maar drie kerkenraadsleden over, en dan denken ze dat ze nog jaren verder kunnen. Het proces van omvallen gaat voor veel kleine gemeenten steeds sneller. We moeten toe naar regiovorming, dat is hier de kerk van de toekomst."