Israël en Palestina
Wat is het beleid van de Protestantse Kerk t.a.v. Israël/Palestina?De Protestantse Kerk heeft verschillende en gelijkwaardige roepingen:
- De roeping om gestalte te geven aan de onopgeefbare verbondenheid met het volk Israël.
- De oecumenische roeping om eenheid, gemeenschap en samenwerking te zoeken met Palestijnse christenen.
- De diaconale roeping om op te komen voor vrede en gerechtigheid voor iedereen.
Het beleid van de Protestantse Kerk t.a.v. Israël/Palestina staat verwoord in de nota ‘Het Israëlisch-Palestijns conflict in de context van de Arabische wereld van het Midden-Oosten’, ook wel afgekort als IP-nota (2008) en wordt uitgevoerd door Kerk & Israël en Kerk in Actie. Beide afdelingen werken bij de uitvoering van dit beleid nauw en goed samen, met ieder een eigen invalshoek. Alledrie de roepingen gelden niet alleen voor Kerk en Israël en Kerk in Actie, maar voor de hele Protestantse Kerk. Het is goed om hier te benoemen dat de Protestantse Kerk een kerk is en geen belangengroepering, actiegroep, politieke partij of NGO (hoe belangrijk die allemaal zijn). De Protestantse Kerk heeft een eigen rol, waarbij zij geen partij kiest maar juist in gesprek wil blijven. De drie roepingen kunnen niet los van elkaar gezien worden, maar schuren ook geregeld tegen elkaar aan.
De eerste roeping komt tot uitdrukking in het werk van Kerk & Israël: het verkennen en levend houden van de joodse bronnen van het christelijk geloof; het gesprek zoeken met het hedendaagse Jodendom en met Joodse gesprekspartners, zowel in Nederland als internationaal; en het bevorderen van het inzicht in en het bestrijden van antisemitisme. Ook in het diaconale werk van Kerk in Actie wordt dit zichtbaar in de samenwerking met Joodse partners in Israël (zoals het Rossing Center), met name in het werk rond dialoog en verzoening.
De tweede roeping komt tot uitdrukking in de samenwerking met Palestijnse kerken en christenen. Slechts 1,5 procent van de bevolking in Palestina is christen. De kerken zijn klein en kwetsbaar. Veel christenen, met name jongeren, besluiten te emigreren. Dit zorgt voor een sterke krimp van de kerk. Kerk in Actie probeert de kerken te ondersteunen, zodat zij een betekenisvolle rol kunnen vervullen voor de eigen christelijke gemeenschap en de samenleving als geheel. Dit doet Kerk in Actie onder meer via steun aan projecten rond contextueel bijbellezen, jeugdwerk en diaconaat (zoals ATTA).
De derde roeping komt tot uitdrukking in de ondersteuning van Joodse en Palestijnse organisaties (zoals Nes Ammim) die proberen bruggen te bouwen tussen beide bevolkingsgroepen. De focus ligt hier op jongeren. Joodse en Palestijnse kinderen groeien compleet gescheiden van elkaar op, met sterke wederzijdse vijandbeelden. Jongeren komen meestal alleen met iemand van de andere bevolkingsgroep in aanraking als ze naar de universiteit gaan. Voor anderen geldt dat hun wegen de rest van hun leven vaak gescheiden blijven lopen en ze elk in hun eigen context verder leven.
De uitzending van Ilja en Marleen Anthonissen was een goed voorbeeld van hoe we als Protestantse Kerk de drievoudige roeping in de praktijk willen brengen. In ‘Dagboek uit Jeruzalem’ (KokBoekencentrum, 2019) schrijft Marleen over de vele ontmoetingen die zij had met Joden en Palestijnen.
Zie hier welke drie verschillende en gelijkwaardige roepingen de Protestantse Kerk heeft bij het thema Israël en Palestina. Die roepingen gelden voor de hele kerk in al haar geledingen. Bij het Protestants Landelijk Dienstencentrum houden vooral Kerk en Israël (bij de afdeling Ondersteuning Gemeenten) en Kerk in Actie zich hiermee bezig, in samenwerking met de afdeling Communicatie.
De eerste roeping (onopgeefbare verbondenheid met volk Israël) komt tot uitdrukking in het werk van Kerk & Israël: het verkennen en levend houden van de Joodse bronnen van het christelijk geloof; het gesprek zoeken met het levende jodendom en met joodse gesprekspartners, zowel in Nederland als internationaal; en het bevorderen van het inzicht in en het bestrijden van antisemitisme. Ook in het werk van Kerk in Actie wordt dit zichtbaar in de samenwerking met Joodse partners in Israël, met name in het werk rond dialoog en verzoening en hulp aan kwetsbare groepen (o.a. asielzoekers). Joden en christenen delen immers dezelfde diaconale opdracht op grond van de Bijbel (o.a. Deut. 15:11, Spr. 21:13, Micha 6:8).
De tweede oecumenische roeping komt tot uitdrukking in de samenwerking met lokale kerken en christenen in Palestina die zich in een minderheidspositie bevinden. Samen met hen (en christenen wereldwijd) zijn we met elkaar verbonden in het lichaam van Christus, hoe groot de verschillen ook kunnen zijn. Slechts 1,5% van de bevolking in Palestina is christen. De kerken zijn klein en kwetsbaar. Veel christenen, met name jongeren, besluiten te emigreren. Dit zorgt voor een sterke krimp van de kerk. Kerk in Actie probeert de kerken te ondersteunen, zodat zij een betekenisvolle rol kunnen vervullen ten aanzien van de eigen christelijke gemeenschap en de samenleving als geheel (o.a. door Bijbelleesprogramma’s, jongerenwerk en diaconaat).
De derde roeping komt tot uitdrukking in de ondersteuning van projecten die bijdragen aan een vreedzame en rechtvaardige samenleving voor iedereen. Dit wordt gedaan met zowel Joodse als Palestijnse organisaties. De nadruk ligt op projecten die bruggen willen bouwen tussen de twee bevolkingsgroepen en een hoopvol perspectief bieden aan mensen op het grondvlak.
Als Protestantse Kerk gebruiken we de term ‘Palestina’ om de Westelijke Jordaanoever en Gaza aan te duiden. Tegelijkertijd zijn we ons ervan bewust dat er ook andere benamingen bestaan. Een opsomming: Palestina, Palestijnse gebieden (bezet dan wel betwist), Heilige Land, Westelijke Jordaanoever (of de Engelse term Westbank) en Gaza. Geen enkele term is geheel neutraal.
De Protestantse Kerk kiest ervoor met beide kanten in gesprek te blijven, Joods en Palestijns. Dat is geen gemakkelijke positie, maar het is wel de positie die het beste bij de kerk past. Met beide groepen voelen we ons immers verbonden (zie vraag 1). Welke term kies je dan? Doorslaggevend hierin is het zelfverstaan van zowel Joden als Palestijnen. Voor de Palestijnse kerken en organisaties waarmee we samenwerken geldt dat zij de naam Palestina gebruiken. Vanuit onze oecumenische verbondenheid hanteren we dezelfde benaming. Om diezelfde reden gebruiken we ook consequent de naam ‘Israël’, een term die weer gevoelig ligt bij veel van onze partners in het Midden-Oosten. Daarmee spreken we ons uit voor het bestaansrecht van Israël, van cruciaal belang voor onze Joodse partners.
Tot slot kan nog het internationaal recht worden genoemd. De IP-nota ziet immers (volken)recht en in internationale verdragen omschreven mensenrechten als het primaire oriëntatiepunt voor de oplossing van het Israëlisch-Palestijns conflict. Op 29 november 2012 werd in de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties Palestina de status van non-member observer state (‘waarnemend niet-lidstaat’) toegekend. Feitelijk kunnen de Verenigde Naties geen staten erkennen, dat doen alleen andere staten of regeringen, maar in de praktijk wordt VN-lidmaatschap beschouwd als een bevestiging dat een land een soevereine staat is. Tot dusver hebben ruim 130 landen in de wereld Palestina als staat erkend (Nederland niet).
Zeker. Dit staat verwoord in de drievoudige roeping van de Protestantse Kerk t.a.v. Israël en Palestina (zie vraag 1). De Palestijnse kerken zijn klein en kwetsbaar. Veel Palestijnse christenen vragen zich af of er nog wel een toekomst voor hen is in het Heilige Land. Het aantal christenen is de afgelopen eeuw drastisch afgenomen. Was in 1922, tijdens het Brits mandaat, nog 10% van de bevolking christen, nu is dat percentage gereduceerd tot 1,5%. Veel christenen, met name jongeren, besluiten te emigreren door de uitzichtloze situatie van het conflict en de slechte economische omstandigheden. De kerken krimpen en er is een ernstig tekort aan goede leiders. Genoeg reden tot zorg. Tegelijkertijd zijn er ook gewone mannen en vrouwen in de kerk die opstaan en gesterkt in hun geloof de kerk weer een plek van hoop laten zijn.
Daarbij willen we hen als Protestantse Kerk graag ondersteunen. Via Kerk in Actie worden projecten met lokale kerken en oecumenische organisaties ondersteund om lokale gelovigen toe te rusten. Daarbij richten wij ons op de gewone man, vrouw en jongere in de kerk. Wat hebben zij nodig om sterk in hun geloof te staan? Hoe kunnen zij met hun gemeente of parochie van betekenis zijn voor hun directe omgeving? Zo ondersteunen we als Protestantse Kerk projecten rond contextueel bijbellezen, jeugdwerk en diaconaat.
Nee. ‘Als Protestantse Kerk kiezen we ervoor met beide kanten in gesprek te blijven, Joods en Palestijns’, vanuit de drie roepingen.
Dat kan niet verhinderen dat de Protestantse Kerk ter linker of ter rechterzijde wel als partij gezien kan worden. Er kan het verwijt zijn dat de Protestantse Kerk niet voldoende of juist te veel partij kiest voor Palestijnen en Palestijnse christenen. Of de nadruk op het belang van de joodse wortels van het christelijk geloof en de joods-christelijke verhoudingen kan de reactie oproepen dat de Protestantse Kerk kritiekloos het beleid van de Israëlische regering omarmt.
Men zou kunnen zeggen dat de landelijke kerk het dus nooit goed doet, maar dit kan weer naar te veel zelfbeklag klinken. Het is goed dat de landelijke kerk voortdurend wordt uitgedaagd om haar invalshoek en keuzes duidelijk(er) te maken. Van de mensen met kritiek kan verwacht worden dat zij de moeite nemen om te willen verstaan wat de Protestantse Kerk wil zeggen en wat niet. Dus geen partij in het conflict, wel verbondenheid met zowel Joden als Palestijnen die tot uitdrukking komt in het aangaan van partnerschappen, het verstevigen van de band met lokale kerken en de samenwerking met Joodse en Palestijnse organisaties.
In haar beleidsnota (IP-nota) wordt dit verduidelijkt. Voor de Protestantse Kerk is het internationaal recht het kader voor het vinden van gerechtigheid en vrede. Voor het internationaal recht gelden de grenzen van 4 juni 1967, aan de vooravond van de Zesdaagse Oorlog, als uitgangspunt. De nota spreekt uit dat de twee-staten-oplossing het meest voor de hand liggend is (in de context van 2008), maar dat het aan partijen zelf is om daar bij de onderhandelingen wel of niet op uit te komen.
De Protestantse Kerk ziet het niet als haar rol om hierover verder uitspraken te doen en wil ook niet het conflict van daar naar hier importeren.
Wat ziet zij wel als haar rol? De Protestantse Kerk kiest voor het zoveel mogelijk open houden en gebruiken van de bestaande mogelijkheden tot contact met mensen en groepen die zich nauw bij het conflict betrokken voelen, door het bevorderen van ontmoetingen over de grenzen van volk, taal, cultuur en godsdienst heen tussen Joden en Palestijnen. Heel concreet doet zij dat door samen te werken met haar partners in de regio.
De Protestantse Kerk ondersteunt de boycot van Israël niet. Ook spreekt zij zich er niet tegen uit. Palestijnse kerken doen dat wel. In 2009 werd door verschillende Palestijnse kerkleiders het Kairos-document opgesteld en ondertekend. Het document vestigt de aandacht op het onrecht dat in hun ogen de Palestijnse bevolking wordt aangedaan. In dit document wordt ook gesproken over boycot als een mogelijkheid van geweldloos verzet tegen dit onrecht.
Met partners kun je van mening verschillen, dat is ook het geval in andere delen van de wereld. Ook met Joodse partners schuurt het. Dat is echter geen reden om een partnerrelatie te verbreken. De Protestantse Kerk legt geen eigen mening op. De Protestantse Kerk wil juist in gesprek blijven. Dat is geen gemakkelijke positie, maar het is wel de positie die het beste bij de kerk past. Daarin wordt vol overtuiging gekozen voor de inzet voor verzoening, gesprek en ontmoeting. De Protestantse Kerk spreekt zich krachtig uit tegen antisemitisme en voor het bestaansrecht van Israël, maar ook voor het recht van Palestijnen op menswaardig leven. Natuurlijk zijn er wel grenzen die in acht worden genomen. Zo werkt de Protestantse Kerk niet samen met kerken en organisaties die oproepen tot geweld.
Het is van belang scherp te houden waar je het over hebt wanneer je spreekt van een boycot. Gebruik je het in algemene termen of maak je onderscheid tussen verschillende vormen van boycot? Gaat het om een boycot van producten uit nederzettingen (ook Joodse organisaties spreken zich hier voor uit) of een wetenschappelijke of culturele boycot? Het laatste is zeer problematisch, omdat daarmee de gehele Israëlische bevolking wordt geschaad in een staat die op basis van internationaal recht is erkend. Het bestaansrecht van Israël staat niet ter discussie.
Tot slot respecteert de Protestantse Kerk de mening van leden van de Protestantse Kerk die in deze concrete zaak niet hetzelfde zeggen. Dat geweten spreekt bij hen die bezorgd zijn voor een verder isolement van Israël en het spreekt evenzeer bij hen die geraakt zijn door het appel van Palestijnse christenen. De kerk is de ruimte waarin gewetens zich kunnen uitspreken en waarin gezocht wordt Gods stem daarin te verstaan.
De volgende organisaties staan open voor individuele bezoekers en reisgezelschappen. Neem hiervoor direct contact op met de desbetreffende organisatie.
Partnerorganisaties van de Protestantse Kerk:
Nes Ammim (bij Akko): Nes Ammim is een internationale leefgemeenschap in het noorden van Israël. Daarnaast is er een gemengd Joods-Arabisch dorp. Op het terrein van Nes Ammim worden gedurende het jaar allerlei dialoog- en verzoeningsactiviteiten georganiseerd. U kunt een lezing krijgen of een rondleiding over het terrein en er ook overnachten – er is een hotel op het terrein aanwezig. Voor meer informatie: http://nesammim.org/nl/
Sabeel (Oost-Jeruzalem): oecumenisch instituut voor Palestijnse bevrijdingstheologie, dat het bijbellezen onder gemeenteleden (met name ook jongeren en vrouwen) wil stimuleren in de lokale Palestijnse kerken. Elke donderdag om 12.00 uur organiseert Sabeel een communieviering waar buitenlanders van harte welkom zijn. Tijdens deze viering wordt er met elkaar uit de Bijbel gelezen en avondmaal gevierd. Aansluitend is er een lunch. U kunt Sabeel rondom deze viering, maar ook op een ander moment, bezoeken en een presentatie krijgen over het werk van het centrum. Voor meer informatie: https://sabeel.org/2016/02/29/visit-sabeel/
Mossawa (Haifa): Arabische mensenrechtenorganisatie in Israël die opkomt voor de rechten van minderheden (zowel Arabisch als Joods). Voor meer informatie: http://www.mossawa.org/en
Geen officiële partnerorganisaties van de Protestantse Kerk:
Tent of Nations (Bethlehem): Boerenbedrijf van de familie Nassar. Ondanks de moeilijke omstandigheden en voortdurende bedreiging van confiscatie van het land, zet de familie Nassar zich op een geweldloze en creatieve manier in onder het motto “Wij weigeren vijanden te zijn”. Voor meer informatie: https://www.tentofnations.nl/
Ecumenical Accompaniment Programme in Palestine and Israel (EAPPI): Dit is het oecumenische begeleidingsprogramma in Israël/Palestina van de Wereldraad van Kerken. De teams in de verschillende plaatsen kunnen groepen ontvangen en een presentatie geven waarin ze laten zien hoe gewone mensen in hun dagelijkse leven te maken hebben met het Israëlisch-Palestijnse conflict. Voor meer informatie: https://eappi.org/en/join/visit-1
De Protestantse Kerk faciliteert zelf geen vrijwilligerswerk in Israël en Palestina. Wel zijn er organisaties waarmee we samenwerken of in contact staan die regelmatig op zoek zijn naar vrijwilligers. Het gaat om de volgende organisaties:
- Nes Ammim (bij Akko): verschillende vacatures beschikbaar. Voor meer informatie: http://www.nesammim.nl/
- Tent of Nations (Bethlehem): mogelijkheden om voor korte en lange termijn mee te helpen als internationale vrijwilliger op het boerenbedrijf van de familie Nassar. Voor meer informatie: https://www.tentofnations.nl/
Ecumenical Accompaniment Programme in Palestine and Israel (EAPPI): Dit is het oecumenische begeleidingsprogramma in Israël/Palestina van de Wereldraad van Kerken. Vrijwilligers kunnen voor drie maanden als teamlid meedraaien in het programma. Contactpersoon voor Nederland: Kathinka Minzinga: kathinka.eappi@ziggo.nl. Voor meer informatie: https://eappi.org/en
Kerk&Israël
Wat doet de kerk tegen antisemitisme?Het alertzijn op antisemitisme is een voortdurend aandachtspunt in de landelijke kerk. Samen met de Rooms-Katholieke Kerk in Nederland heeft de Protestantse Kerk op 28 juni 2019 een signaal tegen antisemitisme doen uitgaan.
Bewustwording van wat antisemitisme is en bestrijding ervan wordt expliciet genoemd in de ordinantie bij de Kerkorde (1,2). Er is in de afgelopen jaren wel wat gebeurd, zeker op het gebied van bewustwording (middels studiedagen en artikelen). Ook heeft de Protestantse Kerk in aanloop van 500 jaar Protestantisme in 2016 afstand gedaan van de anti-joodse uitlatingen van Luther.
En er zijn blijken van solidariteit en medeleven als er aanslagen op Joodse gemeenschappen of personen zijn. In het blad Kerk & Israël Onderweg komt het onderwerp regelmatig terug.
Het woord ‘onopgeefbaar’ staat niet in het woordenboek, maar staat wel in de Kerkorde en wordt daar in verband gebracht met het volk Israël. In recente jaren is er kritiek gekomen op dit woord en op dit kerkorde-artikel (I,7).
Soms wordt het misverstaan als zou het een kritiekloos omarmen betekenen van alles wat de Israëlische regering doet. Dat is zeker niet de achtergrond van dit kerkorde-artikel, maar toegegeven: soms lopen de betekenissen en interpretaties wat door elkaar, wat de helderheid niet altijd ten goede komt. Er zou gezegd kunnen worden dat ‘onopgeefbaar verbonden’ een historische en een theologische betekenis heeft. De term wordt oorspronkelijk gebezigd in directe relatie met de nalatige houding van de kerk t.a.v. de Sjoa en het antisemitisme.
Historisch
Historisch gezien zijn het christendom en het rabbijnse jodendom tradities die beide teruggaan op het jodendom van de eerste eeuw. Beide tradities hebben elkaar wederzijds beïnvloed en hebben op elkaar gereageerd. Christenen hebben daarbij een zeer complexe eeuwenlange geschiedenis met Joden vanwege anti-Judaïstische en anti-Joodse uitingen. Volgens een beleidsnota uit 2008 moet de kwalificatie ‘onopgeefbaar’ verstaan worden ‘tegen de achtergrond van een eeuwenlange geschiedenis waarin de kerk zich had vervreemd van haar wortels in het volk Israël, met alle voor Israël – en op een andere manier ook voor de kerk – desastreuze gevolgen daarvan’. Het woord ‘onopgeefbaar’ herinnert de Kerk aan deze noodlottige geschiedenis en roept op tot een fundamenteel andere houding. Daarbij hoort in ieder geval dat de Protestantse Kerk vormen van vervangingstheologie afwijst en dat antisemitisme wordt bestreden.
Theologisch
Joden en christenen zijn ook vanuit een theologische visie met elkaar verbonden. Jodendom en christendom zijn twee loten die gegroeid zijn vanuit de erfenis van het bijbelse volk Israël. Joden en christenen lezen voor een gedeelte dezelfde schriften. De Hebreeuwse Bijbel is gemeenschappelijk erfgoed. Jezus is een Jood. Het Nieuwe Testament is voor het overgrote deel Joods. Dat de kerk het gesprek met het Jodendom zoekt, raakt aan het hart van het belijden. De kern van beide religieuze tradities gaat terug op de God van Israël. De God die daarin ter sprake komt is één, de Ene. Joden en christenen blijven elkaars pad voortdurend kruisen, juist omdat de oorsprong van de weg één is. Het geeft aan dat Gods weg met dit volk niet voorbij is, maar verder gaat. Het is een weg met het oog op alle volken. God is trouw en onopgeefbaar verbonden aan zijn volk, aan mensen wereldwijd en aan de wereld.
De Protestantse Kerk heeft verschillende en gelijkwaardige roepingen:
- De roeping om gestalte te geven aan de onopgeefbare verbondenheid met het volk Israël.
- De oecumenische roeping om eenheid, gemeenschap en samenwerking te zoeken met christenen wereldwijd, en dus ook Palestijnse christenen.
- De diaconale roeping om op te komen voor vrede en gerechtigheid voor iedereen.
De drie roepingen kunnen niet los van elkaar gezien worden. Ook al kunnen ze in de praktijk tegen elkaar schuren, ze moeten niet tegen elkaar uitgespeeld worden. De emoties kunnen hoog oplopen in onze kerk, omdat een keuze voor de een (Joden) een keuze lijkt tegen de ander (Palestijnen). Voor de Protestantse Kerk is de relatie met het Joodse volk een essentieel onderdeel van de eigen identiteit en met Palestijnse christenen is er verbondenheid in het ene lichaam van Christus. Mozes, profeten en Jezus roepen op om op te komen voor wie geen stem heeft (diaconale roeping). Hoe zou je deze roepingen van elkaar kunnen scheiden?
De Protestantse Kerk biedt ieder jaar een handreiking aan om mensen in de kerk bij de Joodse wortels van hun geloof te brengen en mede daardoor het begrip voor en gesprek met joden te bevorderen. Toch kan de naam Israëlzondag tal van misverstanden oproepen. Als volgt:
Op Israëlzondag steun je de staat Israël.
Daar gaat het helemaal niet om bij de Israëlzondag. Het gaat om het verkennen van de joodse wortels van het christelijk geloof. Natuurlijk, de Protestantse Kerk erkent ondubbelzinnig het bestaansrecht van de Israël. En ook erkent zij dat de staat voor veel Joden onderdeel is van hun identiteit en van grote betekenis. Maar dat is wat anders dan kritiekloos de politiek van de staat Israël omarmen of steun verlenen aan de regering Netanyahu.
Op Israëlzondag zeg je dat Israël het beloofde land is.
Wie wil de staat Israël een religieuze betekenis toekennen? Niet de Protestantse Kerk. Dat Israël gewoon als iedere andere staat beoordeeld moet worden naar maatstaven van internationaal recht, staat al meer dan tien jaar lang in een beleidsnota. Het bestaansrecht staat echter niet ter discussie.
Op Israëlzondag moet je vooral heel joods doen.
Nee, natuurlijk niet. Daar zit niemand op te wachten en joden in de laatste plaats. Wie wil er een verjoodsing van het christendom? Niet de Protestantse Kerk. Die wil: geen zending onder Joden, maar gesprek.
Op Israëlzondag gaat het om Israëltheologie.
Of je nu zo nodig Israëltheologie nodig hebt, is nog maar zeer de vraag. Je ontkomt echter niet aan theologische reflectie op de betekenis van het volk Israël. Zonder de Joodse wortels van het christelijk geloof verliest de Kerk haar identiteit. Ja, Jezus Christus is universeel, maar hij komt niet uit de lucht vallen. Bij Paulus zie je in zijn brieven een grote worsteling over de blijvende betekenis van de Tora en het volk Israël.
De Israëlzondag gaat eraan voorbij dat we met alle mensen verbonden zijn.
Natuurlijk niet. We vormen als mensen één grote familie. De ene familie is echter de andere niet. Met het jodendom heeft het christendom een bijzondere familieverwantschap. We komen uit dezelfde moederschoot. Joden en christenen horen niet bij de koude kant, al was de relatie wel vaak verkillend. Er is een andere relatie met Joden dan met boeddhisten.
Wat is dat eigenlijk, een Israëlzondag?
Op de Israëlzondag wordt er meer dan anders stil gestaan bij de Joodse wortels van het christelijke geloof en bij de verbondenheid met het Joodse volk.
Waarom zou je dat doen?
Omdat je de christelijke kerk en gemeente niet los kunt denken van zijn joodse oorsprong. Jezus en Paulus waren joden, net als de eerste leerlingen. Zij hebben dat nooit achter zich gelaten. Joden en christenen hebben dezelfde oorsprong en delen wat wij het Oude Testament noemen (de Hebreeuwse Bijbel of Tenach).
Heeft dat dan betekenis voor nu?
Ja, want uit de hele Bijbel die voor het allergrootste deel joods is, klinken belangrijke noties: aandacht voor het individu, het belang van de gemeenschap, zorg voor de naaste, rentmeesterschap, Gods liefde en bewogenheid voor mensen.
Wanneer wordt de Israëlzondag gehouden?
Op de eerste zondag in oktober. Dat valt altijd in de buurt van de grote Joodse najaarsfeesten, die beginnen met Nieuwjaarsdag, Grote Verzoendag (Jom Kippoer) en doorlopen tot het Loofhuttenfeest (Soekkot). Zo wordt er een relatie gelegd met het levende jodendom.
Is de naam niet verwarrend, want wat betekent Israël?
Bij ‘Israël’ moet je vooral denken: het volk Israël, het Joodse volk, het levende jodendom. Het is geen supportzondag voor de regering van de staat Israël.
Wat kun je dan als gemeente doen op zo’n zondag?
Daarvoor is er elk jaar een handreiking, met preekschetsen en liturgische suggesties en soms andere verwerkingsmogelijkheden.
Zie www.protestantsekerk.nl/israelzondag voor de handreiking en meer informatie.
Je kunt het christelijk geloof niet verstaan zonder de Joodse wortels. Wat dit precies betekent is een voortdurende zoektocht en blijft in ontwikkeling. In ieder geval komen het christelijk geloof en de christelijke kerk niet uit de lucht vallen. Jezus is een Jood, Paulus heeft zijn Joodse achtergrond nooit verloochend. Als hij zijn brieven schrijft, gebruikt hij zinswendingen en gedachtepatronen uit de joodse leefwereld van die tijd. De eerste leerlingen waren Joden uit Galilea, het Nieuwe Testament is doordesemd met joods gedachtegoed en staat vol verwijzingen naar het Oude Testament. De evangelisten zijn niet te begrijpen zonder de joodse context. De Bijbel zelf is een joods boek.
De Bijbel, een joods boek.
Dat de Bijbel een joods boek is, is meer dan een interessant weetje. Het heeft ook nu iets belangrijks te zeggen. Er komen thema’s en benaderingen in de Bijbel naar voren die actueel zijn.
- Het belang van ieder individu (en diens rechten). Lees Numeri of de roeping van de leerlingen: Ieder mens telt.
- Het belang van gemeenschap (met oog voor de kwetsbaren). Lees Deuteronomium of Handelingen: Je bent deel van het geheel.
- Het op elkaar betrekken van liturgie en sociaal-economische verhoudingen. Lees Jesaja of Jeremia of de parabels van Jezus: Geen offers, maar recht!
- Aandacht voor het concrete. Lees Genesis of Paulus’ brieven aan concrete gemeenten en personen: Het universele wordt zichtbaar in het concrete, het gaat over mensen.
- Ruimte voor scepsis. Lees Prediker: De Bijbel is eerder een boek van vragen dan van antwoorden.
- Ruimte voor erotiek en aandacht voor lijfelijkheid. Lees Hooglied: Het lichamelijke wordt niet ontkend maar gevierd.
- Eenheid in diversiteit. Lees de Bijbel: een bibliotheek aan boeken met verhalen en geboden, poëzie en proza, opsommingen en parabels, profetische vergezichten en intieme ontboezemingen.
Joods-christelijk gesprek
Uit het hedendaagse joods-christelijk gesprek kunnen we leren: er is niet één maar er zijn tal van interpretaties van bijbelteksten, en dat roept op tot gesprek waarbij je elkaar kunt uitdagen en waarbij je samen op zoek bent naar Gods wil. De wegen tussen Joden en christenen zijn in een verwarrend en ingewikkeld proces gedurende eeuwen uit elkaar gegaan, maar zowel de christelijke tradities als de verschillende schakeringen van het rabbijnse jodendom gaan beiden terug op de Joodse leefwereld van de eerste eeuw. Waar we vandaan komen kunnen we niet verloochenen en heeft iets te zeggen voor leven en geloven vandaag.