Gemeenteleden die zich bezighouden met beroepingswerk, komen op enig moment het woord 'approbatie' tegen. De bevestiging van een predikant vindt namelijk pas plaats 'nadat het breed moderamen van de classicale vergadering approbatie heeft verleend'. Wat wordt met dat woord bedoeld?
Approbatie wordt in de kerkorde genoemd in ordinantie 3 artikel 5 lid 6:
De bevestiging vindt plaats nadat approbatie is verleend door het breed moderamen van de classicale vergadering van de classis waartoe de gemeente waaraan de predikant verbonden zal worden, behoort. Deze approbatie geschiedt wanneer is voldaan aan het in de orde van de kerk terzake van het beroepen en de bevestiging van een predikant bepaalde. Indien approbatie is verleend, vinden bevestiging en intrede plaats binnen drie maanden nadat het beroep is aangenomen, tenzij de kerkenraden en de beroepen predikant een later tijdstip overeenkomen.
Het woord approbatie komt van het Latijnse woord approbare dat goedkeuren of aanvaarden betekent. Beide betekenissen gaan bij de kerkelijke approbatie op. Het gaat om het geven van een formele toestemming én om het blijk geven van aanvaarding van de betreffende predikant door de gemeenten in de classis. Predikanten kunnen immers worden geroepen tot de taak van consulent in een andere dan de eigen gemeente.
Aanvraag approbatie
Na aanneming van beroep vraagt de (wijk)kerkenraad approbatie (akkoordverklaring) aan bij het breed moderamen van de classicale vergadering (ord. 3-5-6). Zie de laatste stap in het stappenplan beroepingswerk.
Onlosmakelijke band
De achtergrond van de approbatie is allereerst dat er een onlosmakelijke band bestaat tussen gemeenten en kerk. Deze band komt in organisatorische zin onder meer tot uitdrukking in de classicale vergadering waar gemeenten elkaar ontmoeten door middel van ambtsdragers uit hun midden. De classicale vergadering geeft gestalte aan de verantwoordelijkheid van de gemeenten voor elkaar en voor de gehele kerk, evenals aan de verantwoordelijkheid van de kerk voor de gemeenten (kerkorde art. VI-4). Uit die laatste verantwoordelijkheid vloeit de taak van de classicale vergaderingVerder lezenWat zijn de taken van de classicale vergadering? voort om erop toe te zien dat gemeenten hun roeping en taak nakomen (ord. 4-14-1, 8e aandachtsstreepje). De approbatie staat in het kader van dit toezien op gemeenten.
Formele band met de kerk
In de tweede plaats wordt een predikant voor gewone werkzaamheden weliswaar beroepen door en verbonden aan een gemeente, maar hij/zij heeft ook een formele band met de kerk. Zo bepaalt de kerk wie wordt toegelaten tot het ambt van predikant in de kerk en op welke manier. De ontheffing uit het ambt van predikant en de regeling van de rechtspositie (met inbegrip van traktementen en pensioenen) zijn zaken van de kerk als geheel. Ook hierin dragen gemeenten in de kerk een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Het is dan ook logisch dat op de gang van zaken in het beroepingswerk wordt toegezien door (het breed moderamen van) de classicale vergadering.
Voldoen aan de kerkorde
De kern van de approbatie, zoals die in de kerkorde wordt genoemd, is gelegen in het nauwkeurig nagaan of in de voltooide beroepingsprocedure voldaan is aan wat in de kerkorde is bepaald ten aanzien van het beroepen en bevestigen van predikanten.