In het christendom zijn in de loop der tijd verschillende geloofsbelijdenissen geïntroduceerd. De Protestantse Kerk erkent en belijdt er enkele van. Hoe kwamen ze tot stand, en worden ze eigenlijk nog gebruikt? Deze keer: de Dordtse Leerregels.
Hoe is deze geloofsbelijdenis tot stand gekomen?
De Dordtse Leerregels zijn ontstaan in 1618-1619, in de eeuw die volgde op die van de Reformatie. Ze zijn ontstaan op Nederlandse bodem, in de stad Dordrecht. Ze formuleren wat we mogen geloven van het functioneren van de genade in de relatie tussen God en mens.
Het begon met de persoon van Jacobus Arminius, een gereformeerd predikant met een gematigde theologische en politieke positie. In 1603 werd hij hoogleraar in Leiden. Hij wist in een gesprek zijn toekomstige collega Gomarus te overtuigen van zijn rechtzinnigheid. Maar in februari 1604 moest hij de leer van de Voorbeschikking behandelen, waarin de verhouding tussen Gods eeuwige besluiten en de menselijke verantwoordelijkheid aan de orde komt. Hij leerde dat God zijn eeuwige besluiten nam op grond van wat Hij voorzag als het gaat om het kiezen en handelen van de mens. Gomarus reageerde heftig op zijn collega, wiens leer naar zijn overtuiging ‘de kracht der goddelijke genade vernietigde en de mens opgeblazen maakte’. Arminius stierf in 1609. Maar het conflict en het kerkelijk geschil waren niet voorbij.
Er kwam een pamflettenoorlog tussen de ‘remonstranten’ en de ‘contraremonstranten’, zoals de partijen in resp. de lijn van Arminius en Gomarus sinds 1610 bekend zijn. De Haagse hofprediker Johannes Wtenbogaert diende samen met 44 predikanten een remonstrantie (bezwaarschrift) in bij de Staten van Holland, waarin een humaan pleidooi werd geleverd voor de leer van Arminius. Daarop volgde een contraremonstrantie van de andere kant.
Tot 1617 hadden de remonstranten de wind in de zeilen omdat de overheid hen goedgezind was. De contraremonstranten vonden hoegenaamd geen gehoor. Een platform om deze zaak uit te zoeken was er niet. Tussen 1586 en 1618 vergaderde er geen generale synode, zoals dat tussen 1618 en 1816 ook niet het geval zou zijn. De heren Staten wilden het niet. Een deel van de predikanten en een fors deel van het volk was echter het contraremonstrantse gevoelen toegedaan. In 1617 greep prins Maurits in. Zoals hij zelf verklaarde: ter wille van de gereformeerde godsdienst. Toen is de synode van Dordrecht er gekomen.
Wat is de essentie van deze geloofsbelijdenis?
De remonstrantie bevatte vijf artikelen:
- De verkiezing vanwege een vooruit gezien geloof
- De algemene verzoening door Christus
- De kracht van de natuurlijke wil ten goede
- De mogelijkheid om Gods genade te weerstaan
- De mogelijkheid van een afval der heiligen.
Nadat de remonstranten zich op de Nationale Dordtse Synode telkens buiten schot hielden en een echte behandeling van de kwestie die aan de orde was uit de weg bleven gaan, werd hen de deur gewezen.
In diverse vergaderingen heeft de synode vervolgens de Dordtse Leerregels opgesteld: vijf hoofdstukken (parallel aan de remonstrantie) waarin de gereformeerde geloofsleer verwoord wordt.
- Onvoorwaardelijke verkiezing. God verkiest de zondige mens die zelf niet in staat zou zijn om enige voorwaarde van berouw, verlangen of goedheid te vervullen.
- Gerichte verzoening. God heeft niet alleen bepaald dat Christus zijn verzoenend werk zou verrichten, maar ook wie erdoor behouden zouden worden.
- Totale verdorvenheid. We zijn volledig onbekwaam tot het goede zoals God dat wil zien, en geneigd tot alle kwaad. Mensen zijn totaal verloren en verkeren in een geestelijke doodstaat.
- Onweerstaanbare genade. Mensen moeten wedergeboren worden om tot God te komen en dat ligt niet in hun eigen macht. Gods Geest werkt bovennatuurlijk, krachtig, wonderlijk en verborgen. Zo worden onwillige mensen gewillig en ongelovige mensen gelovig. Genade is een geschenk en het aannemen van die genade ook.
- Volharding van de heiligen. De genade van geloof en redding door het geloof zal God nooit meer wegnemen. De staat van de genade ligt vast in Gods verkiezende liefde, in de verdiensten van Christus en het doorgaande werk van de heilige Geest.
De Dordtse Leerregels zetten, om het eenvoudig te zeggen, een dikke streep onder het woord genade. Geloven in God, leven van het werk van Christus, mens in Gods liefde worden en blijven, het is niet gegrond op wat mensen ervan maken maar op wat God ervan maakt. Mensen hoeven zelf geen stapje in de goede richting te doen om behouden te worden.
Hoe klinkt deze geloofsbelijdenis door in het huidige kerk-zijn?
De Dordtse Leerregels werden oorspronkelijk geschreven als een extra uitleg over bepaalde punten uit de Nederlandse Geloofsbelijdenis (art. 16) en de Heidelbergse Catechismus. Vanuit hun ontstaansgeschiedenis zijn ze een soort aanhangsel aan die twee belijdenisgeschriften. Uiteindelijk werden ze zelfs het derde belijdenisgeschrift van de Nederlandse kerk van de Reformatie.
In 2018 en 2019 hebben de Dordtse Leerregels weer extra aandacht gekregen bij de herdenking van 400 jaar Dordtse Synode. In sommige gemeenten worden ze (vaak in gedeelten en/of thematisch) bepreekt in de leerdienst, en worden er af en toe artikelen uit gebruikt voor de geloofsbelijdenis in de eredienst.
Voor de Dordtse Leerregels geldt in vergelijking met de andere belijdenisgeschriften nog wel het meest ‘veel geprezen, weinig gelezen’. Maar de Dordtse Leerregels zijn echt de moeite waard om aandachtig door te nemen voor elk kerklid dat zoekt naar verdieping, stevigheid en houvast. Met name de laatste hoofdstukken zijn sterk pastoraal. Een eerste introductie in de Dordtse Leerregels kan goed aan de hand van de hertaling met kanttekeningen van dr. W. Verboom. Wie zich verder wil verdiepen in de achtergrond van de Dordtse Leerregels kan goed terecht in Dordt in context van dr. G. van den Brink. Dr. W. Dekker wijst er in zijn boek Vaste grond op dat elk hoofdstuk van de Dordtse Leerregels uitloopt in een lofzang op de heerlijkheid van God.
Wat je ook nog moet weten over deze geloofsbelijdenis
De Dordtse Leerregels zijn een belijdenisgeschrift van Nederlandse bodem, maar niet enkel uit Nederlandse hoofden en pennen ontstaan. De Dordtse Synode werd ook bijgewoond door een groot aantal afgevaardigden uit omliggende landen die ook deelnamen aan de besprekingen waarin de Dordtse Leerregels zijn doordacht en geschreven.
De Dordtse Leerregels zijn ook in andere landen bekend en geliefd. In de Verenigde Staten wordt veel gewerkt met de ‘Five Points of Calvinism’, afgekort in TULIP dat staat voor 1. Total Depravity, 2. Unconditional Election, 3. Limited Atonement, 4. Irresistible Grace, 5. Perseverance of Saints. In Nigeria steken christenen vijf vingers omhoog als ze de Bijbelse leer willen samenvatten.
Voor de kerk van vandaag mogen we de bemoediging van de Dordtse Leerregels meenemen. We kunnen doorgaan met het preken en horen van de boodschap van het evangelie omdat we geloven dat God wat met de boodschap van het evangelie doen zal. Hij is niet enkel bereid mensen te behouden wanneer ze maar over de door Hem gelegde brug komen. Met dat geloof kunnen we het volhouden in een kleiner wordende kerk.
Lees ook meer over de Catechismus van Genève: