De kerk moet niet afgaan op het uiterlijk, vindt Heidi Kramer-de Jong (1966). “De kerk zou een afspiegeling moeten zijn van de veilige schuilplaats zoals God het bedoeld heeft. Mensen kunnen je wel aan de kant zetten, Jezus ziet je zoals je bent.”
- kerkelijk werker in de Protestantse Gemeente Tollebeek, in de Protestantse Gemeente Oldemarkt/Paasloo en in de Gereformeerde Kerk van Wilsum, tot 1 november bij de Hervormde Gemeente Vollenhove/Sintjansklooster
- studie theologie aan de Theologische Universiteit Kampen (niet afgerond), hbo-theologie aan de christelijke hogeschool Ede
- voelt zich thuis in de confessionele hoek met een evangelische inslag
Hoe ervaar je je roeping?
“Als kind wilde ik al dominee worden, maar ik kom uit een kerk waar vrouwen in het ambt niet vanzelfsprekend zijn. De open dag van de studie theologie in Kampen trok toch, dus ik ben met de opleiding begonnen. Maar toen er kinderen kwamen liet God me zien dat ons gezin op dat moment belangrijker was. Ik dacht: als het Gods plan met mijn leven is om toch nog in zijn koninkrijk te werken, dan komt dat wel. En dat kwam. Ik ben op latere leeftijd hbo-theologie gaan doen, en heb keer op keer ervaren dat dit de weg was die ik mocht gaan. Ik heb veel zegen ervaren en mag zelf ook tot zegen zijn.”
Wat heb je nodig om met vrucht en vreugde te werken?
“Op alle plekken werk ik met veel plezier, met name door de mensen en de contacten. Ik geef graag, maar ontvang ook graag. Ik ga vaak voor in een dienst en dat vind ik prachtig, maar ik heb het nodig om zelf ook in de kerkbanken te kunnen zitten. In mijn woonplaats Emmeloord ga ik naar de hervormde kerk. Die heeft nog avonddiensten, daar ben ik regelmatig te vinden.”
Hoe zorg je ervoor dat je niet opbrandt?
“Dat is een leerschool. Mijn eerste plek was op Kampereiland voor 6 uur in de week. Ik vond dat ik die 6 uur zichtbaar moest zijn voor de gemeente, ik deed alle voorbereiding in mijn eigen tijd. Maar ik heb geleerd dat voorbereiding ook werk is. Met verschillende werkplekken zijn er echt momenten geweest dat ik dacht: vandaag even niet. Ik ben bewust leuke afspraken gaan maken, op die momenten ben ik niet beschikbaar voor werk. Nee zeggen staat nu wel in mijn woordenboek, maar ik vind het nog lastig om er gebruik van te maken. Gelukkig zegt mijn man ook regelmatig: zou je niet even een stapje terug doen? Dat helpt.”
Welk onderdeel van je werk doe je het liefst?
“Pastoraat en voorgaan op de zondag. Voordat ik kerkelijk werker werd, vond ik pastoraat best spannend. Toen ik als bezoekdame in de gemeente werd gevraagd, dacht ik: o nee. Nu doe ik niets liever. Je bouwt een band met mensen op, je gaat een stukje met hen mee. Wat betreft het voorgaan in diensten ben ik blij met de verschillende doelgroepen die voorbijkomen. Ik doe veel reguliere diensten, maar bijvoorbeeld ook diensten voor doven en slechthorenden, diensten voor mensen met een verstandelijke beperking, en diensten in verzorgingstehuizen.”
Welke (na)scholing heb je voor het laatst gevolgd?
“Ik heb een aantal cursussen gebarentaal gedaan om diensten voor doven en slechthorenden te kunnen geven. In de nabije toekomst wil ik graag een cursus volgen die op bijzondere situaties in het pastoraat is gericht, zoals dementie.”
Waar kan de kerk haar verantwoordelijkheid nemen voor medemens en schepping?
“Ik denk aan het verhaal van Zacheüs. Mensen kunnen je wel aan de kant zetten, maar Jezus ziet je zoals je bent. Zo zou de kerk moeten zijn. Niet afgaan op het uiterlijk, maar kijken naar de mens zoals die werkelijk is. De kerk zou een afspiegeling moeten zijn van de veilige schuilplaats zoals God het bedoeld heeft. Dat wil ik graag uitstralen en doorgeven. Als we oog zouden hebben voor hoe God het bedoeld heeft, hadden we een compleet andere wereld.”
Welk boek, welke film of podcast raad je collega’s aan?
“Onlangs las ik het boek Ouders, zegen je kinderen van Craig Hill. Ik dacht: dat verklaart veel. Er ging een wereld voor me open, het bepaalde me bij hoe mooi God het allemaal bedoeld heeft.”
Is er een bijbeltekst die met je meegaat?
“Mijn belijdenistekst, Psalm 16 vers 11: ‘U maakt mij het pad ten leven bekend; overvloed van blijdschap is bij Uw aangezicht, lieflijkheden zijn in Uw rechterhand, voor altijd.’ Toen zei de tekst me nog niet zoveel, maar door de jaren heen is de tekst me veel meer gaan aanspreken. In combinatie met een tekst uit Spreuken 3 is dat mijn lijftekst geworden: ‘Vertrouw op de HEERE met heel je hart, en steun op je eigen inzicht niet. Ken Hem in al je wegen, dan zal Hij je paden rechtmaken. Ik lees deze graag uit de Herziene Statenvertaling.”
Wat hoop je voor de toekomst van de kerk?
“Dat we een plek mogen blijven waar je je geborgen mag weten. Niet omdat het gebouw zo mooi is of de mensen zo geweldig, maar omdat we daar van Gods liefde en trouw mogen horen. Ik hoop dat ik daar nog lang dienstbaar aan kan blijven.”
Lees meer in de serie over de voorgangers in de Protestantse Kerk: