Protestantse Kerk
Doorgaan naar hoofdinhoud
Vindplaats van geloof, hoop en liefde

Profetisch preken: 'Laten zien hoe iets ánders is en kan'

Eerder dit jaar promoveerde de Zeister predikant Kees van Ekris aan de PThU op zijn studie naar het profetische element in de prediking. Wat gebeurt er in een profetische preek? Hoe goed luistert een gemeente? En wie wacht er nog op een profetische stem?

Voor uw proefschrift bestudeerde u preken van onder meer grootheden als Dietrich Bonhoeffer, Martin Luther King en Desmond Tutu. Waar verwijst de titel Making See naar?
‘Na een langdurige analyse hield ik vijf concepten over die in alle onderzochte preken voorkwamen. Die comprimeerde ik tot één kernconcept: Zien. Daar zitten drie aspecten in. Allereerst: zichtbaar maken wat het mens-zijn beschadigt; vaak is dat verhuld door taal of taboes en iemand pelt dat open. Het tweede aspect is inzicht overdragen, en het derde is de alternatieve manier van waarnemen die dat oplevert: wat er gebeurt in een profetische preek. Daar hoort een woord als “visioen” bij. Dat raakt aan kunst en politiek: laten zien hoe iets anders is en kan. Een kunstenaar weet, net als een predikant, dat dit hard werken is, afzien, met perioden van leegte. In mijn traditie noemen ze dat “bevindelijke processen” waarin je soms aan het einde bent van je kunnen en je hoop. Ik vergelijk het predikantschap ook wel met het leven van een boer: het altijd beschikbaar zijn, het leven in je bedrijf, meebewegen met het ritme van de natuur en soms ondergewaardeerd worden, maar er met huid en haar in zitten.’

Dr. Kees van Ekris (1972) studeerde theologie in Utrecht en werkte vijf jaar voor de GZB in Indonesië. Hij stond in Breukelen en is sinds 2012 predikant in de protestantse wijkgemeente Bethel in Zeist. Ook is hij studieleider van Areopagus, het centrum voor missionaire en contextuele verkondiging van de IZB.
Making See. A grounded theory on the prophetic dimension in preaching, LIT Verlag 2018, € 38,95.

 

Er is vaak enige verwarring over wat profetisch is, wat een profeet is.
‘Ik ben huiverig voor sterke leiders met een uitgesproken visie en een autoriteit die niet dienstbaar is. Een profeet is niet autoritair maar meanderend. Tutu spreekt zich duidelijk uit tegen Apartheid, maar tegelijkertijd zit er in zijn preken een opening naar de ander, die hij zijn broeder noemt. Het meandert tussen inzicht hebben en weten dat jij anderen nodig hebt om dat inzicht te versterken en te corrigeren. Mijn boek is een voortdurende poging om het ambt weg te halen uit de sfeer van heldendom: we hebben niet allemaal de retorische kracht van een dr. King.
Voor mij betekent profetisch het niet wennen aan de beschadiging, niet meedoen aan de mythologie van je eigen tijd. Het is dwars. Maar het is ook bijna verlichting, omhoogtrekken, een gidsfunctie. Dat openbaart zich vaak pas achteraf. Dan zie je dat grote, goede leiders scherp inzicht hadden. De theoloog Paul Tillich noemt dat prachtig “de extase van het verstand”.’

Hebt u die ook gekend?
‘Niet in de zin van een visioen of zo. Dat is een te groot, verpletterend begrip. Maar in onze gemeente gebeurt het wel dat we plotseling beseffen: dit is waar het om gaat, en samen een epifanisch moment beleven. Onvoorspelbaar. De gemeente is voor mij zeer belangrijk en een preek is altijd dialogisch: ik leg jou iets voor en geef je een stem. We hebben elkaar nodig. Het ambt kent ook het troostende, priesterlijke element en er zit een didactische kant aan het vak. Ik pleit ervoor om het profetische element tussen die twee in te zetten.’

Zit dat profetische wel in onze nuchtere Hollandse genen?
‘Wij zijn wat pragmatisch, maar ik denk dat veel mensen wachten op een profetische stem. Hoewel die vaak ongemakkelijk is, hopen mensen toch op iemand die ze kunnen vertrouwen, die het duister aankan. Veel mensen zijn bezig “het oude” af te leggen, op allerlei niveaus. Er is verlangen naar iets nieuws. Misschien is het jammer dat we kerkelijk gezien zo tevreden zijn en maar voortkabbelen. Die lauwheid spugen mensen uit. Kijk eens naar de troosteloosheid van zoveel levens. Zou de kerk niet juist weer vreugde moeten brengen? Het visioen en de hoop? Daarom worden mensen als Martin Luther King nog steeds gehoord: er is persoonlijke herkenning.’

Er kan wel goed gepreekt worden, maar wordt er ook goed geluisterd?
‘Bij Areopagus proberen we een nieuw bondgenootschap te creëren tussen de predikant en de gemeenteleden. Want inderdaad, ik denk dat we een luistercrisis hebben. We horen wat we willen horen – niet wat er werkelijk wordt gezegd. We kennen een korte concentratiespanne, denken in soundbites en slogans. Het “ik” is weg uit de taal: de eigen ervaring, het zoeken naar wat past bij jouw ziel. Er stroomt vervuilde taal door ons heen. Daarom ben ik er zo voor dat prediking andere taal gebruikt en dat een gemeente ook profetisch wordt in het luisteren. Areopagus traint predikanten om gemeenten beter te dienen en gemeenteleden te oefenen in het luisteren. Een kerkelijke gemeente kan een plaats van ontgifting worden: zie ons opademen, andere woorden binnenlaten.’

Is de preek het beste middel om kerkgangers vast te houden?
‘Er is een natuurlijke interesse in andere kerkvormen en die moet je exploreren. Maar als mensen niet willen, helpt dat ook niet. Hoezo moet ik jou vasthouden? Dit is een heilige ruimte; wat doe jij zelf om verder te komen? Ik verzet me tegen een houding van consumentisme in de kerk. Ja, er valt veel te experimenteren, ook op andere momenten in de week. In de jaren zestig deden we dat al met de liturgie. Nu blijkt toch vaak dat mensen de klassieke liturgie terug willen, en de gemeenschap.
En waarom wordt er soms zo laatdunkend gesproken over de prediking? Ik heb me voorgenomen dat ik niet ga bijdragen aan dat zure klimaat. Er zijn zulke fantastische preken gemaakt. Het is ook een vak namelijk. Een mooi vak. Je zag dat bij bisschop Curry bij het huwelijk van Harry en Meghan. Mensen hoorden ervan op, maar dit wisten wij toch?
De ontwikkelingen binnen de Protestantse Kerk aangaande Kerk 2025 zijn mooi. De euforie over pioniersplekken is groot en dat is heel goed zolang er geen tweedeling ontstaat tussen toekomst en voorbij. Laten we ook daar een bondgenootschap ontwikkelen.
Tijdens mijn jaren in Indonesië zag ik hoe belangrijk de wereldkerk is. Overal is daar de directe identificatie met de Bijbelverhalen. Dat heeft me gevormd. De kracht en de durf, het geloof dat je geroepen bent om te zijn op plekken waar veel kwaad is. Bij ons dreigt opnieuw het gevaar van zelfgenoegzaamheid. Alles gaat toch goed? Je moet een sensitiviteit ontwikkelen om waar te nemen wat broeit onder de oppervlakte. Maar niet iedereen wil dat benoemd hebben. Ook in de kerk niet. Dietrich Bonhoeffer preekte daar begin jaren dertig in Berlijn over, want de kerk was nog optimistisch over haar toekomst met Hitler. Bonhoeffer zei: “Du solltest brennen und Du bist kalt!” Dat was profetisch. Profeten zijn nooit tevreden. Zullen we samen die heilige onrust vasthouden?’

Tekst: Ella Weisbrod

Dit artikel komt uit het septembernummer van woord&weg. Een gratis proefnummer aanvragen? Mail naar wew@protestantsekerk.nl.

Maartje Geels

Was deze informatie zinvol?
We hebben je feedback ontvangen, dankuwel!

Om deze pagina verder te verbeteren zijn wij benieuwd waarom u deze pagina wel of niet zinvol vond. U kunt ons helpen door de onderstaande vragen in te vullen.

Mogen we je contactgegevens voor eventuele verdere vragen? (niet verplicht)