Protestantse Kerk
Doorgaan naar hoofdinhoud
Vindplaats van geloof, hoop en liefde

Waar gaat de Augsburgse Confessie over?

In het christendom zijn in de loop der tijd verschillende geloofsbelijdenissen geïntroduceerd. De Protestantse Kerk erkent en belijdt er enkele van. Hoe kwamen ze tot stand, en worden ze eigenlijk nog gebruikt? Deze keer: de Augsburgse Confessie.

Hoe is deze geloofsbelijdenis tot stand gekomen? 

In 1517 formuleerde 95 stellingen die een oproep werden om de kerk te reformeren. Het verhitte gesprek hierover culmineerde in uitsluitingen en dreigingen aan het adres van de hervormingsgezinden. Op de Rijksdag in Augsburg in 1530 presenteerde de groep onder inhoudelijke leiding van Philippus Melanchthon een samenvatting (belijdenis) van haar positie aan keizer en vorsten. Melanchthon verzorgde later ook de eerste versie van deze belijdenis in druk.

Verschillende versies

Op de Rijksdag waren een Latijnse en een Duitse versie van de voor te lezen tekst voorhanden. De Duitse versie, iets scherper van toon dan de Latijnse, werd op 25 juni voorgelezen. Keizer Karel V, die geen Duits verstond, zou daarbij in slaap gevallen zijn. Als de betekenis meteen tot hem was doorgedrongen, was hij mogelijk niet ingedut. 

Hervormingsgezinde groepen positioneerden zich in Augsburg te midden van uiteenlopende pleidooien voor reformatie van de kerk. Op grond van verschillen van mening, vooral ten aanzien van het avondmaal, sloten Noord-Duitse steden en Zwingli zich niet aan bij de indieners van deze geloofsbelijdenis. Zij schreven een eigen confessie, die in Augsburg echter niet publiekelijk werd voorgelezen. Daardoor maakten de gereformeerden die zich achter Zwingli schaarden geen deel uit van de latere Augsburger Religionsfrieden (1555). De aanhangers van de Augsburgse Confessie werden wel, althans officieel, als gelijkwaardig aan rooms-katholieken gezien. 

Basisbelijdenis

De Augsburgse Confessie kreeg al vrij snel de status van een basisbelijdenis Pijl naar beneden van het protestantisme. Daarom was het later voor prins Willem van Oranje belangrijk dat hervormingsgezinden in de Nederlanden zich onder deze belijdenis schaarden. In de Duitse landen kon dat legaal gebeuren sinds de Augsburgse godsdienstvrede in 1555. Daarin was geregeld dat de vorst de religie van de regio bepaalde. In de Nederlanden was daarvan geen sprake. Lutheranen waren een minderheid en dus kon de Augsburgse Confessie niet normatief zijn voor een gelovige samenleving waarin de gereformeerde kerk een publieke kerk was.

Dat de lutherse traditie de Augsburgse Confessie was toegedaan, dient in de eerste plaats gezien te worden als een binnenkerkelijk identificatie-aspect. Daarbij hoort een eigen theologie en sacramentsopvatting, met onder meer de nadruk op de waarachtige aanwezigheid van Christus onder de gaven van het avondmaal.

Wat is de essentie van deze geloofsbelijdenis?

In de Augsburgse Confessie geldt: ‘weinig is meer’. Een teveel aan definitie van de leer werd klaarblijkelijk als vernauwing van de beweeglijkheid van het geloof ervaren, dat met de tijd en de mensen mee moet groeien.

Het bijna liturgische taalgenre van de Augsburgse Confessie probeert het geloof van binnenuit te belichten. Over ‘wat kerk is’ bepaalt de Augsburgse Confessie niet meer dan dit: “... dat er eeuwig één heilige kerk moet blijven. Want de kerk is de gemeenschap van heiligen, waarin het evangelie zuiver geleerd wordt, en waarin de sacramenten op de juiste wijze worden bediend. En voor de echte eenheid van de kerk is het voldoende wanneer men het eens is over de leer van het evangelie en over de bediening van de sacramenten. Het is niet noodzakelijk dat menselijke tradities en riten of ceremoniën, die door mensen ingesteld zijn, overal gelijk zijn.”

Met andere woorden: de inrichting van de viering, de muziek, hoe en waar samenkomen is allemaal voor verandering vatbaar. De kerk heeft steeds verandering nodig om te kunnen blijven getuigen van wat haar ten diepste kerk maakt. En dat is: de leer van het evangelie en de bediening van de sacramenten. In de ene kerk van Jezus Christus kunnen verschillende vormen van viering, muziekstijlen, taalgenres en diaconale verantwoordelijkheden plaatshebben. Want eenheid drukt zich uit in het verstaan van de leer van het evangelie en in de bediening van de middelen waarmee de kerk mensen bij het heil bepaalt.

Hoe klinkt deze geloofsbelijdenis door in het huidige kerk-zijn?

Vanuit de ‘gekwalificeerde vrijheid’ die in de Augsburgse Confessie is geformuleerd, kan serieus worden geluisterd naar wat zich vandaag vertolkt in bijvoorbeeld de afwezigheid van jongeren in onze kerken en het verlies aan relevantie die ons als kerken in de samenleving wordt toegedacht. Er is ruimte voor de waarneming van het breed gevoelde gebrek aan taal om te spreken over de diepste zijnsperspectieven van leven. We mogen angstvrij kijken naar een veranderende wereld. Er mag worden gezocht naar andere vormen van het wezenlijke van de kerk in deze veranderende wereld. Dat maakt dat we niet zo gauw in de kramp hoeven te schieten wanneer onze gemeenschappen kleiner worden. Dat maakt dat we van jeugd en jongeren iets blijven verwachten aan inspiratie, authentiek leven en vurig zoeken naar levenszin. Dat maakt ook dat we waardig kunnen loslaten wat niet zomaar mee kan reizen naar de kerk van de toekomst. 

Voor de kerk van de toekomst

Vanuit die minder krampachtige houding wordt ook helder dat relevant zijn in de samenleving voor de kerk andere criteria heeft dan wat de huidige maatschappij voorleeft. Macht, succes en invloed zijn geen criteria van de heilige Geest. Wie weet heeft van het evangelie en van de rechtvaardiging als geschenk, zal zich minder exclusief opstellen in de strijd om de sociale en maatschappelijke waarheid – een strijd die vandaag zeer absolutistisch wordt gevoerd. Vanuit de geloofskennis dat waardigheid en waarheid allereerst geschenk zijn, ontstaat de ruimte om het anders-zijn van de ander te waarderen, en om geloofswaarheid daar te zoeken waar we deze niet meteen vermoeden. Dat zou een van de profielelementen kunnen zijn voor een kerk van de toekomst. Dat er in de kerk meer ruimte (en stilte) is om te luisteren. En dat er niemand zomaar buiten valt of buitengesloten wordt, al zijn de tegenstellingen nog zo groot. Als het ons lukt zo kerk te zijn, dan is er veel gewonnen.

Wat je ook nog moet weten …

De officiële naam van de Augsburgse Confessie is Confessio Augustana, verwijzend naar de Latijnse naam voor Augsburg. De naam kreeg soms op onvermoede wijze aandacht. Twee voorbeelden.

In Amsterdam-West werd in de jaren 50 van de vorige eeuw een kerkgebouw ingewijd waarvan ontwerp en inrichting zich konden meten aan de internationale lutherse kerkbouw van die tijd. Geheel ongebruikelijk in Nederland, waar geen enkel kerkgebouw naar de Heidelbergse Catechismus of de Dordtse Leerregels vernoemd werd, droeg deze kerk de naam Augustanakerk. Nadat daar vanaf 2015 geen diensten meer gehouden werden, zijn er diaconale huurwoningen in gevestigd, onder de naam Augustanahof

Iets anders is een oud gebruik om kerkgebouwen met het altaar (of de richting van het gebed) naar het oosten gericht te bouwen. Dan werd op de naamdag van de heilige naar wie de kerk werd genoemd, ‘ge-oost’ (georiënteerd). Op de tijd van een vroege avonddienst, de versper, valt dan door de ramen aan de westzijde het zonlicht op het altaar. Curieus genoeg valt in de lutherse Andreaskerk (1948) in Rotterdam op één dag per jaar het licht precies recht op het altaar: 25 juni, de Dag van de Augsburgse Confessie.

Lees meer in de serie 'Belijdenissen afgestoft':

TinekeWerkt

Was deze informatie zinvol?
We hebben je feedback ontvangen, dankuwel!

Om deze pagina verder te verbeteren zijn wij benieuwd waarom u deze pagina wel of niet zinvol vond. U kunt ons helpen door de onderstaande vragen in te vullen.

Mogen we je contactgegevens voor eventuele verdere vragen? (niet verplicht)