Om te bemiddelen bij een lastige situatie in een gemeente is er het college voor de visitatie. Het wil de gemeente helpen om weer voluit gemeente van Christus te kunnen zijn.
Als het erom spant
Het (classicaal) college voor de visitatie wordt ingeschakeld als de situatie in de gemeente erom spant. Bijvoorbeeld bij spanningen in de kerkenraad en/of tussen predikant en gemeente. Het college voor de visitatie, een ‘blik van buiten’, biedt dan een dienst van bemiddeling. Het college wordt graag op tijd bij een lastige situatie betrokken, nog voordat deze een conflict is geworden.
Contact met college voor de visitatie
Wanneer het moeizaam loopt in een gemeente, kan de classispredikant ervoor kiezen met de voorzitter van het college voor de visitatie te overleggen. Zij kunnen samen besluiten het gesprek met (een deel van) de kerkenraad aan te gaan om te kijken hoe de gemeente weer verder kan. Ook kerkenraden kunnen contact leggenDe contactgegevens van de colleges voor de visitatie zijn hier te vinden met het college voor de visitatie als zij daar behoefte aan hebben. Soms heeft visitatie een licht traject met enkele gesprekken. Daarmee kan men dan weer verder. Wanneer dit niet toereikend is, is een langer traject nodig.
Hoe gaat visitatie in zijn werk?
Wanneer visitatie is aangevraagd, gaat men als volgt te werk:
- Het college bespreekt de aanvraag, besluit tot visitatie over te gaan en bericht hierover de scriba van de betreffende kerkenraad.
- Relevante documenten kunnen worden opgevraagd (beleidsplan, zo nodig notulen van de kerkenraad, kerkblad, afkondigingen).
- De visitatoren maken afspraken voor gesprekken met betrokkenen om inzicht te krijgen in de situatie en te kunnen adviseren en bemiddelen.
- Van deze gesprekken worden gespreksverslagen gemaakt, die aan de betrokkenen worden voorgelegd ter correctie op feitelijke onjuistheden.
Het principe van hoor en wederhoor wordt gehanteerd. Met de inhoud van de gesprekken wordt zorgvuldig omgegaan. De visitatoren zijn transparant over de procedure, bijvoorbeeld door tussentijdse berichtgeving in het kerkblad.
Bemiddeling en advies
Na een analyse van wat er aan de hand is en een verslag door middel van een rapport met bevindingen en aanbevelingen, bemiddelen visitatoren door het voeren van overleg, het geven van gevraagd en ongevraagd advies en het aanbevelen van mediation. In veel gevallen kan de gemeente hierna weer verder. Het kan ook zijn dat het college voor de visitatie verwijst naar het generale college voor de ambtsontheffing of de colleges voor het opzicht. De colleges voor het opzicht zijn bevoegd om een tuchtmaatregel op te leggen.
Wie zijn de visitatoren?
De colleges voor de visitatie bestaan uit maximaal 12 visitatoren. Dit zijn predikanten en (oud-)ambtsdragers die door de classicale vergadering benoemd zijn. Zij worden benoemd voor een periode van vier jaar. Deze periode kan maximaal twee keer verlengd worden. Zij volgen een training voordat zij deze taak uitoefenen.
Generaal college voor de visitatie
De voorzitters van de classicale colleges voor de visitatie vormen samen het generaal college voor de visitatie dat leidinggeeft aan de visitatie. Dit college streeft ernaar de classicale praktijken zo veel mogelijk op elkaar af te stemmen. Aan de ene kant zijn classes verschillend en mogen verschillen bestaan, tegelijk moeten gemeenten en personen in de kerk gelijk behandeld worden. Het generaal college zoekt naar een zo optimaal mogelijke visitatiepraktijk. Daarnaast is het een plaats waar voorzitters elkaar bevragen en elkaar ondersteunen. Het organiseert trainingen voor visitatoren en onderhoudt contacten met de vergadering van classispredikanten. Met hen werken de voorzitters van de visitatie nauw samen. De voorzitter voor dit college wordt benoemd door de generale synode.
Meer lezen
Illustratie: Linda Verholt