Protestantse Kerk
Doorgaan naar hoofdinhoud
Vindplaats van geloof, hoop en liefde

Woord en visie: inspiratie en organisatie ... tegengestelden of kritische vrienden?

Misschien is het naderende moment van mijn emeritaat op 13 en 14 september van dit jaar dat mij dezer dagen al geregeld over dit begrippenpaar doet nadenken.

Als ik terugkijk op mijn persoonlijke weg en werk in de kerk kom ik beide elementen tegen; ook de rode lijn in mijn publicaties is gekenmerkt als een theologisch-kunstzinnige zoektocht, pendelend tussen ‘Wet en Evangelie’ en ‘creativiteit en ordening’. Dat begrippenpaar is zeer luthers gevormd en misschien ben ik dat ook wel. Maar helpt het om met behulp daarvan over ons gemeenschappelijk kerk-zijn naar de toekomst te denken?

De volgorde

Wordt een mens eerst geraakt door de Geest - spiritus, inspiratie - in een viering, een ontmoeting, een lied of bij het horen van Gods Woord als iets wat onontkoombaar aanspreekt? En vervolgens gaat die op zoek naar een gemeente of kerk, om dat met anderen te vieren en verder te verdiepen?

Of is het andersom: een gemeenschap organiseert raak-momenten, plaatsen en tijden waarop er in de ontmoeting met elkaar ruimte ontstaat voor ‘het heilige in het profane’, opdat mensen door Gods Geest geraakt worden en in beweging komen?

Het is allebei, in een pendelbeweging: Gods Geest waait wel in principe ‘waar die wil', maar schept ook de behoefte bij mensen om die bewogenheid samen te ervaren, te delen, er handen en voeten aan te geven. En voor dat laatste heb je organisatie en institutie nodig: de kerk, de plek waar geraakte mensen samenkomen om dat woord te delen en te doen aarden (incarnatie) in tijd en geschiedenis, in diaconaat, maatschappelijk en politiek engagement.

Tastbaar geloven

Bij ons denken over Duurzaam Luthers horen deze beide kanten.

Wij moeten elkaar blijven uitdagen om helder te verwoorden wat dan het onderscheidende en inspirerende is in het Lutherse, dat wij willen koesteren en doorgeven, opdat het ook in de toekomst mensen inspireert om tastbaar te geloven. Daar hoort zeker de vrolijke openheid bij die een luthers geloof kenmerkt: de overtuiging en het vertrouwen dat God ons ook in de meest ‘ongoddelijke’ momenten en maatschappelijke ontwikkelingen tegemoet komt, ons bij de hand neemt en uitdaagt om groots en geestelijk te denken over onszelf en deze wereld, als een plek waar Gods Woord wortel wil schieten. Ik geef toe, dat is dezer dagen niet makkelijk, zowel in het licht van een krimpende kerk als in een ontzielende samenleving.

Vervolgens zullen we ook praktisch en organiserend kijken hoe en waar dat ‘wortelschieten’ tastbaar kan worden: welke plekken, gebouwen en gemeenschappen daarvoor de goede voedingsbodem bieden, welke oorden (en ordeningen), welke gebouwen en plekken van inspiratie en incarnatie wij willen en kunnen vasthouden - en welke we moeten loslaten als het niet meer kan.

Nodig: vrolijke geloofsmoed

Dat is een pijnlijk groeiproces waar onze gemeenschap de komende tijd mee aan de slag moet gaan, wanneer het bijvoorbeeld gaat om een verantwoorde strategische gebouwenplanning in het kader van Duurzaam Luthers: waar houden wij gezamenlijk staande wat moet blijven? En waar delen wij gezamenlijk de pijn van het hier en daar moeten laten gaan, wat niet (meer) kan blijven? Juist in dat proces zullen we de ‘vrolijke geloofsmoed’ nodig hebben, die de lutherse traditie kenmerkt, om blijvend te beseffen dat je soms structuren, plekken en manieren van gemeenschap zijn uit handen moet geven en zo die handen vrij krijgt voor een vernieuwde, bezielde, begeestigde en vooral vertrouwde weg, met Gods Woord, met open oog voor het onverwacht nieuwe van dat Woord.

 

Dat wij elkaar bij dat zoekproces niet loslaten of verliezen in het oneigenlijke gekibbel om wat ieder persoonlijk het dichtst bij het hart ligt, maar dat we samen kijken naar het beste voor allen, ook voor hen die we nu (nog) niet in beeld hebben - dat wens ik ons van harte toe. Bovenal wens ik de nieuwe Lutherse Synode toe om met ‘vrolijke geloofsmoed’ de weg voort te zetten en nieuwe paden te vinden, zodat straks lutherse plekken vindbaar blijven waar je deze zo bijzondere vorm van geloven vindt en viert met anderen.

“God wil dat wij vrolijk zijn, en hij haat treurzinnigheid. Als God ons treurig had willen zien, zou hij ons niet zon en maan en alle aardse genot tot vrolijkheid van allen gegeven hebben.” (Maarten Luther)

 

Was deze informatie zinvol?
We hebben uw feedback ontvangen, dankuwel!

Om deze pagina verder te verbeteren zijn wij benieuwd waarom u deze pagina wel of niet zinvol vond. U kunt ons helpen door de onderstaande vragen in te vullen.

Mogen we je contactgegevens voor eventuele verdere vragen? (niet verplicht)