De ene gemeente kan geen eigen predikant meer beroepen, de andere heeft nog maar 2 kerkenraadsleden en kan al lang geen dominee meer betalen. Door te gaan samenwerken lossen Den Bommel en Stad aan ‘t Haringvliet deze problemen op. “Samenwerken spannend? Je kunt het doen zoals je wilt.”
Goeree-Overflakkee, een maandagavond in het vroege voorjaar van 2022. Een beetje onwennig zitten de kerkenraadsleden van hervormd Den Bommel en Stad aan ‘t Haringvliet bij elkaar. Het is de eerste gezamenlijke kerkenraadsvergadering, voorafgaand aan het tekenen van een samenwerkingsovereenkomst waarin is vastgelegd dat beide gemeenten voortaan een gezamenlijke kerkenraad en predikant zullen hebben. Vertrekkend predikant Bert de Borst van Den Bommel breekt het ijs als hij een vergeeld krantenknipsel uit de Maas- en Scheldebode van 1891 tevoorschijn haalt en voorleest: “Den Bommel - Door de kerkenraad der Nederlandse Hervormde Gemeente is met combinatie der kerk te Stad aan ‘t Haringvliet tot herder en leraar beroepen: ds. W. den Hengst te Den Helder.” Het relativeert het toch wel wat beladen moment. “Het is helemaal niet nieuw wat we hier vanavond doen”, lacht hij. De toon is gezet: “Kunnen we de overeenkomst van toen niet gewoon uit de kast trekken?”
84 jaar
Den Bommel en Stad aan ‘t Haringvliet zijn 2 van de 14 dorpen op het Zuid-Hollandse, overwegend christelijke eiland Goeree-Overflakkee. Nog niet eens zo lang geleden zaten de kerken hier vol. Maar ook op ‘Flakkee’ kun je niet langer om de ontkerkelijking heen. Ds. De Borst verklaart dat deels demografisch: “Mensen trekken weg van het eiland. Je ziet het aan de voorzieningen: ooit waren er hier in het dorp 2 supermarkten, nu is er alleen nog een bakker”, zegt hij. Een geestelijke factor ziet de predikant ook: “We hebben het te goed, we hebben God niet meer nodig.” Diaken Martijn Vennik uit Stad aan ‘t Haringvliet vult aan: “Er wordt in deze tijd veel van mensen gevraagd, er moet al zoveel. In het weekend geven we prioriteit aan hobby’s en gezin.” Ds. Arie van der Maas, classispredikant van de classis Delta (Zeeland en de Zuid-Hollandse eilanden), ziet het beeld van Goeree-Overflakkee in zijn hele werkgebied terug. “Van de 170 protestantse gemeenten in mijn classis hebben er zo’n 70 een onderbezette kerkenraad. Nieuwe aanwas is er nauwelijks. Veel gemeenten worden al jarenlang gedragen door dezelfde mensen van vaak boven de 60 jaar. Ik ken een ouderling-kerkrentmeester van 84”, zegt hij. “Het beroepen van een predikant wordt in deze gemeenten ook steeds lastiger. Voor een formatieplaats van 40% kun je niet werven.”
Gezamenlijke kerkenraad
Precies dat is wat er speelt in Den Bommel en Stad aan ‘t Haringvliet. “In Stad aan ‘t Haringvliet zijn er op dit moment nog maar 3 kerkenraadsleden”, vertelt Sijbrand van Eck uit Middelharnis, het grootste dorp op Goeree-Overflakkee. Drie jaar geleden werd hij, samen met een ander, door de classis toegevoegd aan de kerkenraad van Stad aan ‘t Haringvliet, om die bestuurlijk op orde te houden en met elkaar te onderzoeken hoe de toekomst van deze gemeente eruit zou kunnen zien. “We hebben gekeken of ‘Stad’ zou kunnen samengaan met Middelharnis, maar beide gemeenten verschillen te veel in grootte. De classispredikant adviseerde toen om met buurgemeente Den Bommel te gaan praten. In juni gaat daar dominee De Borst met emeritaat. Door teruglopend ledenaantal kan de gemeente het financieel niet meer opbrengen om een eigen predikant te beroepen. Een samenwerkingsovereenkomst zou twee problemen oplossen: met een gezamenlijke kerkenraad wordt voldaan aan het volgens de kerkorde vereiste van minimaal 6 kerkenraadsleden, en door samen te beroepen kan er naar een nieuwe predikant worden gezocht. Beide gemeenten passen bovendien goed bij elkaar: qua ligging, qua ledenaantal en zelfs qua leeftijd van de gemeenteleden.”
Blanco vel papier
Volgens classispredikant Van der Maas is er te weinig bekend over de mogelijkheden die er voor gemeenten zijn om samen te werken. Het is zijn missie om daar verandering in te brengen. “Juist omdat in veel gemeenten het werk jarenlang door dezelfde mensen wordt gedaan, ontstaat het gevoel dat de gemeente van hen is. Het is hun ‘kindje’. Ze zijn bang om bij een samenwerking hun autonomie te verliezen. Maar wat veel gemeenten niet weten is dat de kerkorde tegenwoordig voorziet in wat je een samenwerkingsovereenkomst-op-maat zou kunnen noemen. Twee gemeenten kunnen als het ware met een blanco vel papier om de tafel gaan zitten om te kijken waarin ze wel en niet willen samenwerken. Wat er vervolgens wordt afgesproken, wordt dan in een kerkordelijk jasje gegoten. Er is van alles mogelijk zonder te fuseren.”
Den Bommel en Stad aan ‘t Haringvliet zijn hier een mooi voorbeeld van. “Er wordt één kerkenraad gevormd en er komt één predikant, maar beide gemeenten blijven gewoon hun eigen kerkdiensten organiseren”, legt ouderling Rien Ridderhof uit Den Bommel uit. “Mensen gaan echt niet rijden, en bovendien: je wilt toch dat de kerk in het dorp open blijft. Een dichte kerk gaat nooit meer open. Ook het jeugdwerk blijft apart. Dat organiseren beide gemeenten al jarenlang samen met de plaatselijke gereformeerde kerken. Afgesproken is dat er een gezamenlijk beleidsplan komt, maar dat bij gemeente-eigen kwesties de betreffende gemeente de laatste stem heeft. En, heel belangrijk, de vermogens blijven gescheiden.” Lachend: “Toen de gemeenteleden dát hoorden, gingen ze akkoord met de samenwerking.”
Gesproken over draagvlak: het proces om dat te creëren had beter gekund, geven beide gemeenten toe. In Den Bommel was er een extra gemeenteavond nodig om de handen op elkaar te krijgen. “Goed en persoonlijk communiceren is erg belangrijk. Het gevaar is dat je als kerkenraad sneller gaat dan de gemeente. Corona speelde wel een rol. We hebben eerst twee keer een brief gestuurd, en wilden daarna een gemeenteavond organiseren, maar corona gooide roet in het eten. Daardoor bleef het lange tijd alleen bij schriftelijke informatie. Dat is natuurlijk niet genoeg voor zo’n ingrijpend besluit. Toen het weer kon, waren er twee gemeenteavonden nodig om de gemeente mee te krijgen”, zegt Rien Ridderhof, die nog een keer benadrukt dat de moeite dus vooral in het proces zat, niet zozeer op inhoud.
Nieuwe start
Ondanks de toch wat sombere aanleiding, overheerst het optimisme tijdens de eerste gezamenlijke kerkenraadsvergadering van Den Bommel en Stad aan ‘t Haringvliet, waar voor de gelegenheid taart is aangerukt. “Het voelt als een nieuwe start. Ik hoop dat deze samenwerking nieuw elan brengt. Een gemeente kan eigenlijk niet zonder dominee”, spreekt Martijn Vennik uit ervaring. De laatste predikant van Stad aan ‘t Haringvliet vertrok daar vier jaar geleden. Ook dominee Bert de Borst is blij: “Ondanks het feit dat we ons zorgen maken over de krimp, geloven we dat God zijn kerk in stand houdt. De toekomst is van Hem. Toch had ik er niet aan moeten denken dat ik straks de deur van de pastorie achter me dichttrek, en dat er dan niemand terugkomt.”
Samenwerken in twee tips
Tip van classispredikant ds. Arie van der Maas: “Samenwerken is spannend, en eerlijk is eerlijk: je levert altijd iets van autonomie in. Maar er is meer mogelijk dan je misschien denkt op basis van ordinantie 2-7 van de kerkorde. Vraag je classispredikant om advies.”
Tip uit Den Bommel/Stad aan ‘t Haringvliet: “Voor het creëren van draagvlak is goede communicatie het allerbelangrijkste. Betrek de gemeente er in een vroeg stadium bij. Wees transparant, geef ruimte voor zorgen en beantwoordt alle vragen.”
Meer weten over de mogelijkheden om samen te werken? Zie de themapagina 'Lichter kerk-zijn'.