In Joodse gezinnen krijgen de kinderen van hun ouders een zegen bij aanvang van de sabbat. Maar er kan op veel meer momenten een zegen worden gegeven. Een zegen heeft betekenis en geeft kracht, betoogt rabbijn Katz.
Het is een heel oud gebruik dat in Joodse gezinnen de kinderen van de ouders een zegen krijgen bij de aanvang van de sabbat. Meestal bij thuiskomst van de vader des huizes, uit de synagoge, na de middag- en avonddienst. Het is een feestelijk moment voor de hele familie. Het is ook het moment waarop de rust neerdaalt over het huis. Na een drukke week is er meer tijd en aandacht voor de kinderen. Het is dan het geijkte moment om die zegen te geven.
De zegen wordt in ieder geval door de pater familias uitgesproken en in veel gezinnen ook door de moeder. Uiteraard worden klein- en achterkleinkinderen ook gezegend als ze aanwezig zijn. Schoondochters en schoonzonen worden ook meegenomen in dit ritueel.
De ouders plaatsen tijdens het uitspreken van de zegen meestal beide handen op het hoofd van het kind. Uit piëteit zal men vaak - als een man zijn schoondochter zegent of een vrouw haar schoonzoon - de handen niet direct op het hoofd van de betrokkene leggen maar er iets boven houden.
De zegen ontvangen
De hierbij uitgesproken tekst valt uiteen in twee delen, en daarop volgt een korte inleiding. Hierbij worden de woorden van de aartsvader Jakob geciteerd die - toen hij zijn kleinzonen Menashe en Efraim zegende (Beresjit 48, 20) - zei: ‘Met u zal Israël worden gezegend door te zeggen: moge God u doen zijn zoals Efraim en Menashe.’ Deze woorden worden dan gevolgd door de priesterzegen zoals we die aantreffen aan het einde van Numeri 6. Daar staat:
Moge Hashem* u zegenen en u behoeden.
Moge Hashem zijn gezicht naar u toe oplichten en naar u toe genadig zijn.
Moge Hashem zijn gezicht naar u toe opheffen en u vrede schenken.
Bij meisjes wordt de zegen aangevangen met de woorden ‘Moge God u laten zijn als Sara, Rebekka, Rachel en Lea’. Sommigen zegenen hun kinderen ook bij de uitgang van de sabbat, een ceremonie die tevens gebruikelijk is bij de aanvang van een feestdag. Zoals bij de aanvang van Grote Verzoendag, ‘s middags, voordat deze dag begint. Dan wordt na de tekst van de priesterzegen een veel langere tekst uitgesproken. Die tekst geeft de wens aan dat men hoopt dat het kind steeds godvrezend zal zijn en dat het kind kinderen en kleinkinderen zal krijgen die ook weer zullen doorgaan op het joodse pad. Hoewel mijn ouders in 2000 naar Israël zijn gegaan en ik deze zegen sindsdien telefonisch krijg aangereikt, is het voor mij nog steeds een heel emotioneel moment als ik voorafgaand aan de Grote Verzoendag deze zegen ontvang. De klok en alles eromheen staat dan echt even stil.
De zegen is belangrijk
Ook is het gebruikelijk om deze zegen te geven als het kind op reis gaat. Ik denk hierbij aan wat een huisvriend mij eens vertelde. Op het station had hij een oude man gezien die afscheid nam van een jonger persoon. De oude man legde - midden op het perron - zijn handen op het hoofd van de jongere man en sprak zachtjes een zin uit. Onmiskenbaar de over zijn kind uitgesproken priesterzegen.
Hoe belangrijk de zegen is, illustreert ook de volgende anekdote. Afgelopen oktober was ik in Beth Shemesh in Israël toen de Gaza-oorlog aanbrak. Mijn vader woont echter in Jeruzalem. Het was ondenkbaar om uit Israël te vertrekken zonder afscheid te hebben genomen van mijn vader en door hem te zijn gezegend. Ondanks de alom heersende dreiging besloten we toch naar Jeruzalem te gaan. Onderweg ging het luchtalarm af en gingen we snel de auto uit en de berm in. Het projectiel kwam een kilometer bij ons vandaan neer. We zijn verder gereden naar mijn vader. De woorden die mijn vader uitsprak tijdens het zegenen moeten ergens al boven de snelweg hebben gehangen. Wie weet.
Achtergrond van de zegen
De achtergrond van deze zegen gaat nog verder terug. Hashem heeft tegen Abraham gezegd dat hij de kracht zal hebben om mensen te zegenen. Zo staat er in Genesis 12, 3: ‘Ik zal zegenen wie jou zegenen, wie jou vervloekt, zal Ik vervloeken. In jou zullen alle volken op aarde gezegend worden.’ Die kracht is deel geworden van de familie van Abraham en krijgt veel later gestalte in de priesterzegen zoals uitgesproken in de tabernakel en de tempel (Numeri 6).
Nu is het zo dat de Thora duidelijk aangeeft dat het uitspreken van die priesterzegen een privilege is, voorbehouden aan de broer van Mozes, aan Aäron en zijn afstammelingen. Toch wordt diezelfde zegen uitgesproken. Dat komt omdat men alleen de bedoeling heeft de woorden van die zegen aan te wenden voor het kind, maar niet om de woorden als een priester uit te spreken. Ook wordt aangevoerd dat men weliswaar wel de twee handen op het hoofd van het kind legt maar niet de handen in dezelfde positie houdt als tijdens de priesterzegen. Dan worden de handen hoog in de lucht gehouden en worden de vingers op een speciale manier gespreid.
De kracht van de zegen
Men zal vragen: wat heeft deze zegen nu eigenlijk voor kracht? Iedereen zegent zijn kind dus. De ene keer gaat het om een succesvol kind, maar er zijn ook kinderen die te maken krijgen met tegenslag. Hoeveel Israëlische soldaten zijn er het afgelopen halfjaar niet gezegend door hun ouders maar helaas nooit meer thuis gekomen? Het antwoord is dat wij onze woorden uitspreken als een gebed naar Hashem. Wij hopen dat Hashem dat gebed zal verhoren. Maar tegelijkertijd weten we dat Hashem zijn eigen plan trekt.
Toch heeft die zegen wel degelijk betekenis. De Talmoed meldt in Brachot 7a dat de hogepriester eens Hashems majesteitelijke aanwezigheid ervoer in het allerheiligste op Grote Verzoendag. Hashem vroeg hem om hem (Hashem) te zegenen. Dat heeft hij gedaan. Hieruit leren we dat we een zegen die een ‘gewoon persoon’ geeft niet geringschattend moeten bekijken.
In mijn eigen beleving word ik nog steeds begeleid door de laatste zegen die mijn moeder mij heeft gegeven in augustus 2022. Voor altijd, bleek twee maanden later; ze overleed op Grote Verzoendag 2022. Dat bijzondere moment zal voor altijd in mijn geheugen gegrift staan.
* Hashem: de Naam (God), Hebreeuws