Protestantse Kerk
Doorgaan naar hoofdinhoud
Vindplaats van geloof, hoop en liefde

Ds. Leo Smelt: “De kerk zal misschien niet in aantal groeien, maar wel in diepgang”

Hij begon zijn loopbaan in de sloppenwijken van Lima, nu is Leo Smelt (1954) met emeritaat. De wereldwijde kerk draagt hij nog altijd een warm hart toe. “De kerk zal ondanks alles groeien. Misschien niet in aantal, maar wel in diepgang.”

  • Studie theologie in Utrecht met als hoofdvak missiologie.
  • Tot 2021 gemeentepredikant in Voorthuizen. Daarvoor in Bodegraven, De Bilt/Bussum, Ede en Wezep/Hattemerbroek. Startte zijn loopbaan als zendingspredikant en was van 1982-1992 door GZB uitgezonden naar Lima (Peru). Is nu ‘pastor pensionado’ (emeritaat). 
  • Voelt zich ‘een open bonder’ en het meest verwant aan de Gereformeerde Bond binnen de Protestantse Kerk. 

Hoe ervaart u uw roeping?

“Om predikant te worden moet je je geroepen weten, anders houd je het niet vol. Ik geloof dat ik een kind van God ben, een instrument in zijn hand, en dat ik iets mag betekenen in zijn Koninkrijk. De wereldkerk boeide mij al heel jong. Vanaf het begin van mijn studie zei een stemmetje in mijn hoofd dat mijn loopbaan niet alleen maar met ‘Marietje in het pastorietje’ zou zijn, maar dat God me ook op een andere plek kon gebruiken.”

Wat heeft u nodig om met vrucht en vreugde te werken?

“De Bijbel en de krant blijven lezen. Bezig zijn met het Woord van God en oog houden voor de context waarin we leven. Mijn moeder leerde me: ‘Wees kinderlijk afhankelijk van God, en koninklijk onafhankelijk van mensen.’ Door een levende band met God houd je het werk vol en kun je niet op afstand blijven van de nood die er is. Anders verkilt alles en versteent de kerk.”

Hoe zorgt u ervoor dat u niet opbrandt?

“Door op tijd je grenzen te weten. Mijn vrouw helpt me daarbij. Samen houd je elkaar wakker. Nascholingen en contact met collega’s zijn belangrijke middelen geweest die ervoor zorgden dat ik niet opgebrand ben. Daardoor leerde ik oog te houden voor ‘de trage vragen’, die me stilzetten bij wat echt belangrijk is.”

Welk onderdeel van uw werk doet u het liefst?

“Bezig zijn met de Bijbel, de preekvoorbereiding, een goede liturgie maken voor de diensten waarin ik voorga en een bijbelkring leiden. Nu leid ik vier keer per jaar een retraite met bijbelstudie in Klooster Nieuw Sion bij Deventer. Zo blijft de boodschap van de Bijbel telkens weer verrassend.”

Welke (na)scholing heeft u voor het laatst gevolgd?

“Als gemeentepredikant heb ik altijd nascholingen gevolgd. De KPV (Klinisch Pastorale Vorming) en de opleiding tot pastoraal supervisor waren voor mij de belangrijkste. Het leerde me reflecteren over: wie ben ik als persoon in mijn ambtswerk? Hoe zit ik zelf als eerste hoorder in de preek? Als je dat niet doet, wordt het voor je hoorders moeilijk de boodschap op zichzelf te betrekken.”

Met wie zou u graag een keer aan tafel zitten?

“In dit leven met Kees van Ekris en Wim Dekker, in het Koninkrijk ga ik graag met Paulus in gesprek. Hij heeft veel voor de beginnende kerk en voor de zending betekend. Zijn wijsheid behoedt me ervoor om te denken dat predikant zijn vooral een goed gevoel moet opleveren. Wat toen zo was, geldt ook nu: zonder lijden en het ondervinden van weerstand in jezelf en bij anderen kun je Jezus niet volgen.”

Hoe ziet u de rol van de kerk in de samenleving, en uw rol daarin?

“Ondanks dat ik in de megapool Lima heb gewerkt, voel ik me meer dorpsdominee dan stadspredikant. De gemeente mag buurtkerk zijn. Na een moeizame pioniersfase bouwden we op drie van de vier werkplekken in Lima een kerkgebouw dat tegelijk dienst deed als christelijke school. Dat bracht ons dichter bij een integrale zendingsaanpak. Mijn vrouw was een soort schoolarts. Zo kom je dieper binnen bij de (vaak gebroken) gezinnen. Omzien naar de mensen om je heen is een belangrijke taak van de kerk. Je kunt niet alles, maar probeer met woord en daad present te zijn in de samenleving.”

Welk boek, welke film of welke podcast raadt u collega’s aan?

“Het boek ‘Dialoog, dans en duel’ van Kees van Ekris vind ik een aanrader, en ook ‘Oproep tot omkeer’ van Wim Dekker. Dat laatste boek vertelt het belang van bekering in onze huidige context. Verder luister ik graag naar de podcast ‘Kerk en ik’ van onze zoon Elbert. Het zet je aan het denken over hoe je geloof levend blijft. De Here God is een levende God, daarom zal de kerk van Christus een levend lichaam zijn. In de serie ‘The Chosen’ krijg je een goed beeld van Jezus in zijn tijd op aarde en hoe de discipelen met elkaar omgaan.”

Is er een bijbeltekst die met u meegaat?

“Psalm 86:11 Leer mij, Heere, Uw weg, ik zal in Uw waarheid wandelen, maak mijn hart één om Uw naam te vrezen. (Herziene Statenvertaling) Dat was mijn intredetekst. Deze tekst gaat met me mee. Maar ook het lied ‘Heilige Geest van God, vul opnieuw mijn hart’. Ik heb mijn geloof niet ‘op zak’. Die zak lekt, dus die moet iedere keer weer gevuld worden.”

Wat hoopt u voor de toekomst van de kerk?

“Dat we beseffen dat de kerk niet van ons is maar van Christus. Ik denk dat de kerk ondanks alles zal groeien, tegen de verdrukking in. Niet in aantal, maar wel in diepgang. In Peru leerden wij leven met de bede ‘Uw koninkrijk kome’, uit het Onze Vader. Dat Koninkrijk komt naar ons toe! Wij worden geroepen om waakzaam te blijven en de tekenen van de tijd te verstaan. Dat kun je niet alleen, daar heb je elkaar voor nodig. Samen bidden om profetisch inzicht.”

Lees meer in de serie over het ambt:

 

 

Was deze informatie zinvol?
We hebben je feedback ontvangen, dankuwel!

Om deze pagina verder te verbeteren zijn wij benieuwd waarom u deze pagina wel of niet zinvol vond. U kunt ons helpen door de onderstaande vragen in te vullen.

Mogen we je contactgegevens voor eventuele verdere vragen? (niet verplicht)