Duurzaamheid is een belangrijk thema voor de Protestantse Kerk. Lydia van Maurik, specialist op dit onderwerp, moedigt diakenen aan om kleine stappen te zetten. Zo kan duurzaamheid in de gemeente een verbindend in plaats van explosief thema worden. Bovendien: “Denk niet te klein van simpele stappen.”
‘We zetten mensen, middelen en vermogen zo in, dat dit de toekomst van kerk en wereld ten goede komt. ’ Zo verwoordt de Protestantse Kerk haar missie met duurzaamheidVerder lezenProtestantse Kerk en duurzaamheid. Aan Lydia van Maurik de taak om dit binnen de organisatie en in de dienstverlening naar plaatselijke gemeenten uit te rollen. De kerk spreekt overigens liever van ecologische gerechtigheid dan van “het containerbegrip” duurzaamheid, zegt Van Maurik. “De term ecologisch geeft aan dat het niet alleen over mensen gaat, maar over de hele schepping: dieren, planten, bodem, lucht, water, alles wat leeft. We denken, vooral hier in het Westen, vaak automatisch dat de aarde er voor de mens is, maar dat is maar de vraag. God schiep de héle aarde, niet alleen de mensen. Na de zondvloed wordt gesproken van een verbond met héél de schepping, daar lezen we soms overheen. Ook in de bekende tekst Johannes 3 vers 16 gaat het over héél de wereld.”
Recht doen
De tweede term in het begrip ecologische gerechtigheid geeft aan dat er iets niet goed zit, dat we iets recht te zetten hebben, ligt Van Maurik toe: “Duurzaamheid is een neutrale term In de term gerechtigheid zit impliciet ook de erkenning van onrecht. Het betekent: recht doen aan alles wat leeft. Dat doen we nu niet, sterker: we maken ons schuldig aan onrecht. Ons gedrag komt vaak niet overeen met wat God wil, namelijk dat we leven op een manier die onze omgeving tot bloei laat komen. Neem een simpel kopje koffie. God wil dat we daar van genieten, maar wil ook dat de koffieboer goed wordt betaald, de bodem niet wordt uitgeput en het oerwoud niet wordt vernietigd. Fairtrade koffie dus.”
Lydia van Maurik is er voorstander van om het thema duurzaamheid positief aan te vliegen. “Het gaat heel vaak over wat je níet moet doen. Je krijgt soms bijna het idee dat je er als mens maar beter niet had kunnen zijn. Dat is niet motiverend, en past niet bij het christelijk geloof. Veel positiever is de vraag: Hoe kun jij tot zegen zijn voor alles wat leeft? Deze vraag gaat over hoe jijzelf, anderen en de wereld om je heen tot bloei komen. Je ontdekt dan vanzelf wanneer dat niet gebeurt, wanneer je roofbouw pleegt, ook op jezelf. Door je af te vragen hoe je tot zegen kunt zijn, creëer je ademruimte in plaats van beperking. In de praktijk betekent dit natuurlijk alsnog iets voor de keuzes die je maakt, maar het voelt heel anders dan alleen maar spreken over wat er niet mag.”
Onderdeel van geloven
Van Maurik ziet het in kerken gebeuren, dit ‘tot zegen zijn voor anderen’. “Je ziet steeds meer kerktuinen. Dit vergroot niet alleen de biodiversiteit, vaak hebben ze ook een link naar de buurt. In die tuinen wordt dan bijvoorbeeld groente gekweekt voor de Voedselbank. Er komen ook meer deeleconomie-initiatieven: kringloopwinkels, repaircafés. Zorg voor de schepping wordt zo verbonden met diaconaat. In kerken is er ook meer aandacht voor bezinning op leefstijl. Duurzaamheid is niet langer iets van een klein groepje mensen, het is steeds meer een integraal onderdeel van geloven. Kerkrentmeesters denken na waarin ze beleggen, jeugdwerkers thematiseren klimaatstress onder jongeren, in de opleiding voor predikanten krijgt ecotheologie een plek.”
De tijdgeest werkt mee. Toch blijft duurzaamheid een precair onderwerp, ook in de kerk, zegt Lydia van Maurik: “Het is helder dat ecologische gerechtigheid een zeer urgent onderwerp is. Maar het gaat mis als je elkaar de maat gaat nemen. Of als je er te veel urgentie in legt, zo van: als we niet nú…, dan… Dat werkt averechts. Het is de kunst om dit ondewerp uit de sfeer van schuld en oordeel te halen en te beginnen bij: wat kunnen we wél, hoe komen we van hier naar daar en wat zou een eerste stap kunnen zijn?” Van Maurik moedigt diakenen, vaak toch de aanjagers van het gesprek over duurzaamheid, niet te klein te denken van simpele stappen. Bijvoorbeeld: stel gratis vergaderruimte beschikbaar voor een club die met duurzaamheid bezig is. Of schenk biologische wijn bij het avondmaal en leg uit waarom. Of zet een egelhuisje in de kerktuin en houd de gemeente op de hoogte van wat er gebeurt. We moeten de impact van open en eerlijke gesprekken tussen mensen, die door dit soort dingen op gang komen, niet onderschatten. Die hebben misschien meer impact dan megaprojecten. Niemand wil dat een egeltje verhongert. Iedereen wil de wereld zien bloeien.”
Lees meer in de serie diaconale dilemma's: