Hoe geeft het geloof vorm aan het leven? Rabbijn Hans Groenewoudt en predikant Winanda de Vroe spreken over het belang van het gesprek tussen joden en christenen.
“Ken je elkaar niet, dan krijg je een hekel aan elkaar”, zegt rabbijn Hans Groenewoudt. Om die reden is hij regelmatig te gast bij christenen. Dat is belangrijk, vindt Groenewoudt die verbonden is aan de orthodox-joodse gemeente in Amstelveen. Zo spreekt hij over zijn geloof op kerkelijke bijeenkomsten, bezoekt hij christelijke scholen of gaat hij, zoals vandaag het geval is, in gesprek met een predikant. Bij hem aan tafel zit Winanda de Vroe, voorganger in de protestantse gemeente in het Brabantse Oisterwijk. Samen hebben ze het over het belang van het gesprek tussen joden en christenen.
We delen geschiedenis
“We delen een geschiedenis van een paar duizend jaar en daarin hebben we elkaar niet altijd gevonden”, zegt Groenewoudt met gevoel voor understatement. Winanda de Vroe, die naast theoloog ook historicus is, schudt haar hoofd: “Ik kan me heel goed voorstellen dat heel veel joden zeggen: ‘Mooi, zo’n dialoog, maar daar heb ik helemaal geen trek meer in.’ We hebben als christenen een heel kwalijke geschiedenis van christelijk antisemitisme.” Christelijke kerken waren in het verleden dikwijls ronduit antisemitisch. Zo zouden christenen bijvoorbeeld de plek van de Joden in Gods heilsplan hebben ingenomen. Ook probeerden christenen Joden te bekeren tot het christendom, een praktijk die hier en daar nog steeds bestaat.
Het verleden weegt voor haar zwaar, vertelt De Vroe. “Ik draag als predikant in die zin ook een verantwoordelijkheid met mij mee.” Juist daarom is een blijvend gesprek noodzaak, vult Groenewoudt aan. “Laten we nu maar wel proberen om te praten en kijken of dat wat wordt. Niet om elkaar ergens van te overtuigen, maar wel om gewoon te erkennen dat we met elkaar al heel veel jaren geschiedenis delen. Niet altijd een fijn verleden, maar toch.”
Gevaarlijk
Voor De Vroe is er ook een duidelijke inhoudelijke reden om het gesprek met joden aan te gaan. Ze vertelt dat ze zich al jaren verdiept in de joodse wortels van het christendom. Ze legt uit dat ze als theoloog tot de conclusie is gekomen dat christenen de Bijbel niet kunnen begrijpen zonder kennis van het jodendom en de joodse geschiedenis. “We zijn als christelijke kerk schatplichtig aan het jodendom. Helaas zijn we in de loop van de geschiedenis uit elkaar gegroeid.”
De Vroe licht haar stellingname toe aan de hand van een voorbeeld. “Jezus is in het christendom vaak een vergeestelijkte figuur, maar hij was ook een Joodse rabbi die gewoon op aarde heeft rondgelopen, iets wat we wat mij betreft echt beter moeten beseffen.” De kerk kan niet zonder kennis van de synagoge, stelt de Vroe. Want zonder erkenning van die joodse basis van het christelijke geloof ontstaat er in haar ogen een beeld van Jezus dat losgekoppeld is van de oorsprong. “Wat gevaarlijk is, ook gezien de geschiedenis van het antisemitisme binnen het christendom.”
Kennis
Christenen kwamen al vroeg in hun bestaan met de rug naar het jodendom te staan. En ook het anti-joodse sentiment volgde al snel, aldus De Vroe. Ze ziet daarvan al tekenen in het Nieuwe Testament. Ze legt uit dat ze veel moeite heeft met bepaalde teksten, bijvoorbeeld de passages waarin de schrijver farizeeën als schijnheilig wegzet. “Jezus heeft zijn opleiding genoten bij de farizeeën en staat ook in die traditie”, zegt ze. “Dit soort zaken maken deze teksten moeilijk om te duiden. Ze vragen een uitleg die te uitgebreid is voor de zondagse overdenking. Die zou koste gaan van dat waarover ik het eigenlijk had willen hebben. Ja, dan kan het gebeuren dat ik zo’n tekst niet behandel.”
Rabbijn Groenewoudt waardeert de kennis van De Vroe op het gebied van het jodendom. Zijn vertrouwdheid met het christendom steekt daar wat bleekjes bij af. “De waarheid is dat ik alleen maar een joodse opleiding heb, dus van mij kun je niet heel veel anders verwachten dan de joodse visie op dingen.” Religieuze voorschriften zijn daarbij ook een beletsel. Zo schuiven er weleens christenen aan in de sjoel, maar verlang niet dat Groenewoudt daarna gezangen mee gaat zingen in een protestantse kerk. “We hebben in onze synagoge regelmatig bezoek en dat is geen probleem. Maar wij gaan zelf niet naar een kerkdienst. Dat mogen wij niet.” Volgens de Thora is het verboden om deel te nemen aan religieuze activiteiten van andere religies, dus ook christelijke.
Solidariteit
Voor de rabbijn zijn in de onderlinge dialoog vooral andere zaken belangrijk. En dat heeft hiermee te maken: een minderheid van Nederland rekent zich nog tot een religieuze groepering. Samen optrekken met mensen die een vergelijkbare visie delen is cruciaal, zeker waar het gaat om zaken die op onbegrip in de buitenwereld kunnen stuiten. “We zijn als joden een heel kleine minderheid in ons land”, zegt Groenewoudt. “Ook daarom zoeken we gelijkgestemden, we moeten wel.” Neem bijvoorbeeld de positie van joods onderwijs in Nederland. “Dat is, als je kijkt naar de wensen van de overheid, soms moeilijk.” Zowel joodse als christelijke scholen krijgen van de politiek en de inspectie regelmatig kritiek dat hun opvattingen niet altijd stroken met de eisen die de overheid aan het onderwijs stelt. “Op dit vlak hebben we veel aan de samenwerking met het christelijk bijzonder onderwijs. Met anderen kunnen we onze positie behouden en verstevigen.”
De Vroe knikt instemmend bij de woorden van Groenewoudt. Ze beschouwt solidariteit met joden en hun religie als essentieel. Om die reden vindt ze het ook heel belangrijk dat haar kerk zich ‘onopgeefbaar verbonden’ verklaart met ‘het volk van Israël’. De Vroe doelt daarmee op een passage in de kerkorde van de Protestantse Kerk waar dit letterlijk zo staat. Het is een passage waarover tot verdriet en ergernis van De Vroe regelmatig discussie woedt in de kerk. “De manier waarop soms naar Israël wordt gekeken en individuele joden verantwoordelijk worden gemaakt voor wat daar politiek gebeurt, vind ik echt een schande. Ja, ik maak me daar ook boos over.”
Bijbedoeling
Groenewoudt is positief verrast door de woorden van De Vroe. “Niet iedereen staat in deze discussie zoals u”, zegt hij. De Vroe knikt. “Ik voel het als mijn taak om te zorgen dat joden en christenen weer dichter bij elkaar komen”, zegt ze. Wel is het zo, verzucht ze, dat de weg van het onderlinge gesprek af en toe glibberig is. Want waar gaat solidariteit en belangstelling over in aloude christelijke bekeerdrift? Want ja, ze komt helaas ook predikanten tegen bij wie ze een verborgen agenda vermoedt. “Dan denk ik aan sommige evangelische en orthodox-protestantse collega’s. Dan is het van ‘ja, het hoort bij Gods plan dat de joden terugkeren naar Israël en dat zij ook Jezus als Messias gaan zien’. Daar heb ik heel veel moeite mee. Dat kan écht niet. Wij mensen weten toch niet exact wat Gods heilsplan is? Ik laat dat over aan de Eeuwige.”
Wat doet Groenewoudt als hij christenen ontmoet met een bijbedoeling? Resoluut: “Op het moment dat ik het gevoel heb dat de christenen zoiets van mij willen, dan gaat de deur dicht. Daar doen wij niet aan mee, dat willen we niet. Maar met elkaar optrekken, elkaar helpen, ideeën uitwisselen? Dat is honderd procent geen enkel probleem.”