In de Protestantse Gemeente Castricum vinden op Gedachteniszondag twee vieringen plaats. In de ochtend een kerkdienst, een gedachtenisviering, en in de namiddag een vesperdienst. Kerkelijk werker/pastor Eveline Masetti vertelt over de twee verschillende vieringen, de verschillende doelgroepen en heeft een tip.
Verschillende vieringen
“Het ritueel is in beide vieringen, de kerkdienst ‘s ochtends en de vesper om 17 uur, hetzelfde. We staan stil bij hen die overleden zijn. Net als in de ochtendienst is er tijdens de vesper een ritueel met rozen en kaarsen. Naast overeenkomsten is er een duidelijk verschil tussen beide diensten. De vesper is laagdrempelig, er is andere muziek, er zijn andere teksten en er zijn meer stites. De vesperdienst is naar buiten gericht. Het is een viering die we communiceren in kranten en op onze website.”
Doelgroep en symboliek
“We zien dat de middagdienst bezocht wordt door mensen die minder of niks met de kerk hebben en een geliefde hebben verloren. Ze willen horen dat de naam van die geliefde genoemd wordt. Net als in de ochtend worden in de middag de namen van hen die overleden zijn genoemd, per naam wordt een kaars aangestoken en wordt er een roos neergezet. Na het opnoemen van de namen kan men zelf een kaarsje branden. Aan het eind van beide diensten krijgen familieleden het aangestoken kaarsje en een witte roos mee naar huis. De witte roos staat voor: eenheid, verbondenheid een eeuwig samen. Ook geeft wit aan dat de liefde en het gevoel van samenzijn de dood en de tijd of plaats overstijgt. Mensen liggen bij ons begraven op de begraafplaats direct naast kerk. Ik sta bij het afscheid bij de deur en daar kan het kaarsje aangestoken worden aan de kaars die ik vasthou. Het kaarsje kan vervolgens op het graf gezet worden.”
Pastoraal contactmoment
“Alle nabestaanden krijgen van ons een brief. In Castricum brengen we deze brief zoveel mogelijk persoonlijk. We geven de brief, vertellen dat men kan kiezen tussen de ochtend of de middag. Het is gelijk een pastoraal contactmoment. Je vraagt hoe het gaat, wat er nodig is. Mensen die verder weg wonen krijgen de brief opgestuurd. Persoonlijk uitnodigen vind ik heel belangijk en dat zou ik ook als tip mee willen geven aan anderen. Het is een gelegenheid om te vragen:’Hoe gaat het nu met jou?’. Je weet meteen wat de reden is als mensen niet komen, bijvoorbeeld dat ze er niet toe in staat zijn. Het is een belangrijk contactmoment.”
Samen stilstaan
“Het van horen van de naam, het ontsteken van licht en het krijgen van een roos geeft een gevoel van verbondenheid. Met elkaar en met degene die gemist wordt. Men staat weer even stil bij de herinneringen die men aan zijn of haar geliefde had. Mensen geven aan dat ze het fijn vinden om in de stilte en in muziek mee genomen te worden. Een nabestaande kwam zelfs uit Zeeland rijden om erbij aanwezig te zijn. Je moet niet denken dat je deze mensen ineens op zondag weer terugziet in de kerk. Dat is ook niet het doel. Het is meer dat het fijn voor hen is om weer even terug te zijn op de plek waar bijvoorbeeld vader graag kwam. Daar kun je als kerk belangrijk in zijn.”