Als buurtpastor in de Rotterdamse wijk Spangen ontmoet Martijn de Jong (1991) een diversiteit aan mensen. Hoewel het geloof in Nederland in een neergaande beweging zit, geeft hij de moed niet op. “Er zijn steeds weer kleine vonkjes van nieuw geloof in de kerk.”
- opleiding hbo theologie op de Christelijke Hogeschool Ede
- werkt sinds 2020 als buurtpastor bij de kerngemeente Geloven in Spangen. Daarnaast is hij pionierbegeleider bij de IZB en heeft hij een designstudio voor non-profits, pioniersplekken en kerken. Daarvoor was hij jongerenpastor in Alphen aan den Rijn.
- voelt zich verwant met de hervormde en protestantse stromingen binnen de kerk, maar voelt zich door zijn werk thuis in de hele breedte.
Hoe ervaar je je roeping?
“Ik voel me een klein onderdeel van een grotere gemeenschap die geroepen is om God beter te leren kennen en te delen met de mensen om haar heen. Daarvoor zet ik graag mijn talenten in. Daarnaast ervaar ik mijn roeping ook in mijn eigen bedrijf als designer en de opdrachten die ik uitvoer voor christelijke organisaties in de non-profitsector. Goed nieuws heeft een goed verhaal nodig. Ik help mensen om dat te kunnen vertellen. Verder ondersteun ik onze stichting Geloven in de wijk in Spangen in communicatie en relatiebeheer. Afgelopen jaar hebben we 550 kerstpakketten uit kunnen delen met deze opbrengsten van particuliere gevers. Kortom, ik heb een driedubbele droombaan.”
Wat heb je nodig om met vrucht en vreugde te werken?
“Het geeft me vreugde als ik de vrucht zie van mijn werk. Daarin kan juist het kleine groots zijn. Een vrouw uit de wijk die haar hele leven niet naar de kerk is geweest, komt met haar dochter naar onze vieringen. Ze vertelde me dat ze zich sindsdien rustiger voelt. En een man die zegt niet te geloven, zei me dat hij zich door mijn preken een beter mens voelt. Als ik dat soort dingen hoor, kan ik weer een tijd vooruit.”
Hoe zorg je ervoor dat je niet opbrandt?
“Ik start en eindig mijn dag altijd met iets wat niet aan werk gerelateerd is. Ik begin de dag met de lezingen uit het Anglicaanse leesrooster, en daarna ga ik naar de sportschool. Hoe laat een vergadering ‘s avonds ook afgelopen is, ik probeer altijd de dag in rust los te laten. Dat kan door het lezen van een boek, het kijken van een serie met mijn vrouw of door een wandelingetje te maken.”
Welk onderdeel van je werk doe je het liefst?
“Preken maken en houden vind ik erg mooi. Ik kan er echt van genieten als datgene wat ik opdiep uit een bijbelgedeelte op zondag ook echt overkomt in de dienst. De spontane momenten met de gezinnen en kinderen in de wijk zijn ook een onderdeel van mijn werk dat ik niet zou willen missen.”
Welke (na)scholing heb je voor het laatst gevolgd?
“Vijf jaar geleden heb ik de cursus ‘aanvullende homiletische en liturgische vorming’ gevolgd, twee jaar later de cursus ‘doop en avondmaal’ voor het bedienen van sacramenten. Daarnaast volg ik trainingsdagen via de IZB en heb ik een externe coach/supervisor die met mij optrekt.”
Met welke andersgelovige in je omgeving zou je graag eens om de tafel gaan?
“In Spangen wonen mensen van 85 verschillende nationaliteiten, het overgrote deel heeft een niet-westerse migratieachtergrond. Ik spreek daarom bijna dagelijks met andersgelovigen. Ik zou wel eens in gesprek willen met iemand die voor mij op afstand staat, geografisch, politiek of qua levensvisie. Het zou voor mij een uitdaging zijn om me in te leven in iemand met een heel ander beeld van de wereld dan ik.”
Welk boek, welke serie, film of welke podcast raad je collega’s aan?
“Ik ben gecharmeerd van het werk van Tomáš Halík. ‘De nacht van de biechtvader' vind ik een van de mooiste boeken die hij geschreven heeft. Hij zet daarin bepaalde thema’s uit de Bijbel en de christelijke traditie op een heel andere manier neer. De betekenis is daardoor niet weg, maar wordt verdiept. Het lezen ervan geeft ruimte en vrijheid om op andere manieren naar God, naar mensen en naar mezelf te kijken.”
Is er een bijbeltekst die met je meegaat?
“De tekst in Handelingen 17:28: ‘Want in Hem leven wij, bewegen wij en zijn wij.’ (NBV21) Dat is onze trouwtekst, maar ook een tekst waarin ik heel veel ruimte zie om na te denken over wie God is en wie ik ben, en ook ruimte om het niet altijd zeker te weten hoe het allemaal zit. Er wordt ook gezegd dat we God al tastend vinden. God is niet ver weg van ons, maar Hij is de diepte van het leven zelf.”
Wat hoop je voor de toekomst van de kerk?
“Dat we op een liefdevolle manier steeds wegen vinden en oude wegen bewandelbaar houden om samen een voorproef van Gods koninkrijk te zijn. De kerk heeft allerlei vormen en dimensies: sommige zitten in een neergaande beweging, op andere plekken poppen juist kleine vonkjes op en ontstaat er nieuw leven en nieuw geloof. Ik hoop dat we dat steeds kunnen blijven zien en aanwakkeren. Dat we niet de moed verliezen, maar hoopvol blijven. Het gaat niet om aantallen, maar om harten van mensen.”
Lees meer in de online serie 'Wie zijn onze voorgangers?':