Hoe geeft het geloof vorm aan het leven? Een rabbijn en een predikant bespreken een belangrijk facet van hun geloofsovertuiging. Rabbijn Corrie Zeidler en predikant Davy Hoolwerf over de overeenkomsten en de verschillen van hun geloof. Deze keer: welke impact heeft het geloof op de manier waarop je voor de aarde zorgt?
Corrie Zeidler is al een tijdje vegetariër. “Gewoon omdat je het een stuk makkelijker maakt voor jezelf”, zegt ze. Want praktisch is het - zeker als je zoals Zeidler, die de joodse spijswetten serieus neemt, een hapje buiten de deur wilt eten. “Bijna nergens wordt koosjer gekookt”, zegt ze. In de koosjere keuken is regulier vlees taboe. “En als ik niet al vegetariër was, dan zou ik het waarschijnlijk alsnog worden vanwege de manier waarop er met dieren wordt omgegaan en de belasting van het eten van vlees voor het klimaat.”
Corrie Zeidler, rabbijn van de Liberaal Joodse Gemeente Utrecht en joods geestelijk verzorger bij Justitie, spreekt met Davy Hoolwerf, predikant van de Hervormde Gemeente Ede en actief in de Protestantse Raad voor Kerk en Israël. De twee praten over de vraag in hoeverre hun geloof invloed heeft op de manier waarop zij voor de aarde zorgen. Het is een groot thema. Om het behapbaar te maken hebben ze het al snel over dat wat er op het bord belandt en wat ze in de supermarkt uit het schap pakken.
Voorschriften
Voor Zeidler is een vrij omvangrijke verzameling joodse voedsel- en spijswetten, de kasjroet, daarbij bepalend. “Dat zijn allerlei voorschriften over wat we wel en niet mogen eten. Zo eten we in principe alleen vegetarische dieren, zoals een koe en een schaap.” Wat de bedoeling is van die regels? “Dat is niet helemaal duidelijk. Er zijn mensen die zeggen dat het hygiënischer is om melk en vlees niet te mengen (dat is een belangrijke regel bij het bereiden van koosjer voedsel, red.) en ook het varken zou een onhygiënisch dier zijn en mogen we daarom niet eten. Maar in principe zijn die kasjroetregels gegeven zonder dat we precies weten waarom.”
Elke tijd maakt een eigen interpretatie van de regels, vervolgt Zeidler. Vandaag de dag weegt zorg voor dier en milieu steeds zwaarder. “Juist door die regels ben je je continu bewust van wat je eet. Dat bewustzijn wordt steeds breder getrokken. Zo hebben we het tegenwoordig ook over ‘ecokasjroet’, waarbij het niet alleen belangrijk is dat je het dier op de juiste manier slacht en eet, maar daarnaast kijkt hoe het dier leeft. Er bestaat bovendien ook een ‘sociaal kasjroet’: hoe worden de boeren betaald voor hun werk en hoe wordt omgegaan met de mensen die in de fabrieken werken.” Weliswaar is het per regel niet duidelijk waarom die er is, maar er zit wel degelijk een gedachte achter alle voorschriften bij elkaar, meent Zeidler. “Het idee is dat we niet alleen voor onszelf moeten zorgen, maar ook voor toekomstige generaties.”
Dezelfde richtlijnen
Davy Hoolwerf, die zijn christelijke traditie graag met de joodse inzichten verbindt, legt uit hoe de Bijbel en de Tenach voor hem dezelfde principes van verantwoordelijkheid voor onze wereld bevatten, maar in zijn ogen op een meer pragmatische manier. Zo merkt hij op dat zijn christelijke traditie niet veel op heeft met de spijswetten waarover Zeidler spreekt. “Daar hoeven wij ons niet aan te houden”, meent hij. Mogelijk dat het hierdoor komt dat zaken als dierenwelzijn, klimaat en milieu, kwesties zijn die jaren onderbelicht waren in delen van de Protestantse Kerk. Zeker in meer behoudende regionen, ziet de predikant, staan zaken als het verminderen van vleesconsumptie als een manier om dierenleed en milieuschade te verminderen pas relatief kort op de agenda.
Verantwoordelijk
De van huis uit christelijk gereformeerde Hoolwerf heeft zelf ook een ontwikkeling doorgemaakt. “Mijn vrouw en ik zijn tegenwoordig veel bewuster bezig met wat we eten. Dat betekent dat je niet altijd voor het goedkoopste moet gaan. Zo leven we ook onze kinderen voor.” Zijn inspiratie haalt hij uit dezelfde teksten als Zeidler. “Want de Tenach is ook onderdeel van de Bijbel, het is het Oude Testament. De Thora, de eerste vijf bijbelboeken, is ook onze richtlijn voor het leven. Dus ondanks dat we dan niet de letterlijke regels toepassen – dat zou ook bijna niet kunnen – haal ik daaruit wel normen en waarden hoe ik mijn leven inricht. Ik heb ook wel preken gehouden waarin ik die achterliggende gedachte naar voren probeer te laten komen. Je bent gewoon verantwoordelijk voor de schepping en dus heeft dat gevolgen voor hoe je omgaat met dieren, mensen en milieu.”
Al blijft het in de praktijk soms schipperen, merkt hij. “Ik heb in Ede een gemeente met tienduizend leden, er wordt verschillend gedacht. Maar zeker de jongere generatie stelt echt wel die kritische vragen. Bijvoorbeeld die keer toen we als gemeente een barbecue hielden. Ja, want waarom altijd een barbecue waar je net zo veel vlees eet als je maar wilt? Daarom werd naar iets anders gezocht. Ik vind dat een goede ontwikkeling. Ik denk dat dat ook inherent is aan je geloof vormgeven.”
Individuele plicht
De verandering in het denken die de rabbijn en de dominee schetsen, vindt ook plaats buiten kerk en synagoge. Al is het geloof geen voorwaarde om je te bekommeren om de schepping, toch vindt het duo het belangrijk om hun zienswijze religieus te funderen.
Hoolwerf: “We hebben de aarde in bruikleen gekregen.” Zeidler knikt instemmend en vult aan: “De aarde is niet van ons, de aarde is van God. Wij zijn hier gasten en we moeten ons netjes gedragen. We moeten ons bewust zijn van de gevaren die er zijn als we meer van de aarde vragen dan goed is, dan de aarde aankan. Wij zijn Gods partners hier op aarde. Dat is een last en een verantwoordelijkheid die wij als mensen op ons hebben gekregen. Wij zijn hier verantwoordelijk voor de aarde en als wij het verpesten, dan is er niemand na ons die het kan goedmaken.” Hoolwerf denkt even na, dan: “Ik ben niet zo optimistisch over de mensheid.” Zeidler: “Als ik mijn plastic wel scheid en mijn buurman doet het niet, waarom zou ik het dan wel doen? Ook als we weten dat wij het misschien niet gezamenlijk kunnen volbrengen, ontslaat je dat niet van je individuele plicht. Jij moet handelen alsof jouw daden het juiste evenwicht kunnen herstellen.”
Nieuwe aarde
Hoolwerf vertelt dat de zorg voor de wereld van nu in zijn ogen niet het hele verhaal is. “Hier en nu hebben we alle verantwoordelijkheid te dragen om te keren wat we keren kunnen. Maar ik kan als individu ook niet zó veel. Denk alleen al aan de klimaatverandering, die ontwikkeling is zo groot. Dat kan mij fatalistisch maken.” Daarom wil hij ook op ‘een tweede lijn’ wijzen. “Alles wat ik zie, de oordelen in het bijbelboek Openbaring die over de aarde trekken om het zo maar eens uit te drukken, maakt ook dat ik verlang naar een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, die we helaas niet hier zullen realiseren.” Hoolwerf legt uit wat hij daarmee bedoelt. “God roept mij om er alles aan te doen wat ik kan in deze wereld. En tegelijk gaat deze hele schepping ook naar een einddoel toe dat God voor ogen heeft. Dat is het koninkrijk van God dat ooit werkelijkheid gaat worden. Ik geloof dat er een toekomst is waarin de aarde vernieuwd zal worden.”
In het jodendom speelt het idee van een nieuwe aarde geen rol, merkt Zeidler op. “Het jodendom denkt niet dat als de Messias komt er een nieuwe hemel en een nieuwe aarde ontstaat. Het is ook dan dezelfde hemel en dezelfde aarde”, zegt ze. “Volgens mij geldt: als wij de aarde verwoesten is er niemand die die kan herstellen. Die zorg is niet alleen een plicht voor onszelf in het heden, maar ook voor de mensen na ons.”