Drie kernwoorden typeren het theologisch denken van de onlangs overleden Jan van der Graaf: belijdenis, bevinding en verbond. Het ging hem er daarbij niet om star vast te houden aan de letter van de confessie, het was voor hem een zaak van het hart.
Wie was Jan van der Graaf?
Jan van der Graaf, op 14 oktober 2022 overleden, studeerde natuurkunde in Delft. Als student kwam hij al ‘bovendrijven’, zodat hij preses van de studentenvereniging CSFR werd. Hij behoorde tot de generatie van SGP’er Bas van der Vlies. Als leraar belandde hij in Bussum. Hij ging wonen in Huizen, de toenmalige woonplaats van ds. G. Boer, bestuurslid en vanaf 1966 voorzitter van de Gereformeerde Bond. Boer haalde hem in het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond, waarna hij in 1969 hoofdredacteur van De Waarheidsvriend werd. In 2002 ging hij met pensioen.
Wanneer hoorden we voor het eerst van hem?
Als hoofdredacteur van De Waarheidsvriend deed Van der Graaf volop mee aan het kerkelijke gesprek, het geding om de waarheid, in die jaren het gesprek over de gebondenheid aan de gereformeerde belijdenis die in de kerkorde van 1951 wel naar voren kwam.
De naoorlogse maatschappijkritische theologie maakte dat woorden als ‘een revolutionair protest’ niet overdreven zijn. Jan van der Graaf werd in 1971 een van de zes ondertekenaars van Het Getuigenis, waarin scherp geageerd werd tegen het politieke spreken van de kerk, tegen het opgaan van het evangelie in medemenselijkheid, en tegen verpolitisering van het leerstuk van de verzoening. Kerk en theologie hadden zich afgewend van het belijden van de kerk der eeuwen. Die getuigeniservaring aan het begin van zijn functie bij de Gereformeerde Bond heeft Van der Graaf gestempeld.
Waarmee is hij bekend geworden?
28 jaar was Van der Graaf algemeen secretaris van de Gereformeerde Bond. Hij was zeer frequent aanwezig in de media en op de kerkpagina van Trouw na de paus (!) het meest geciteerd. Bijna dertig jaar werkte hij mee aan het zaterdagavondpanel ‘Deze week’ van de EO. Wekelijks gaf hij lezingen in hervormde gemeenten of nam hij deel aan bijeenkomsten in de breedte van de kerk. Gedurende dertig jaar schreef hij wekelijks het opiniërende hoofdartikel in De Waarheidsvriend. Daarnaast schreef hij tientallen boeken of artikelen in boeken.
In 1994 werd ‘de ingenieur’ gezien zijn grote verdiensten voor de Hongaarse Hervormde Kerk in Boedapest benoemd tot eredoctor in de theologie. Behalve Hongarije was Israël zijn tweede vaderland. In de jaren zeventig en tachtig heeft hij zich in woord en geschrift ingezet om in de kerk het zicht op Israël te stimuleren.
Wat kunnen gemeenten met zijn gedachtegoed?
Als we constateren dat de Gereformeerde Bond vandaag een vitale vereniging ten dienste van de Protestantse Kerk is, dan is zijn gedachtegoed nog altijd vitaal. Drie kernwoorden typeren vooral zijn theologisch denken: belijdenis, bevinding en verbond.
Wat de belijdenis betreft, hét geding om de waarheid van het evangelie ging, zoals gezegd, om de gebondenheid aan de gereformeerde belijdenis. Immers, als de Nederlandse Geloofsbelijdenis Guido de Brès als opsteller van dit geschrift op de brandstapel bracht, was duidelijk dat de inhoud van deze confessie onze zaligheid raakt.
Wat de bevinding betreft, de persoonlijke geloofservaring, ging het hem niet om een star vasthouden aan de letter van de confessie, wel om ‘de religie van de belijdenis’. Inzake dit thema citeerde Van der Graaf veelvuldig prof. J. Severijn die, sprekend over de religie van de belijdenis, altijd toevoegde: ‘... en dat zit híer’, waarbij hij de hand op zijn hart legde.
Als leerling van dr. Ph.J. Hoedemaker heeft Van der Graaf meer en meer de notie van het verbond ontdekt. Psalm 90 zingt:
Wij mogen bouwen op de vaste grond
van Uw beloften en van Uw verbond.
Deze drie noties – belijdenis, geloofservaring, verbond – zijn voor alle gemeenten in de Protestantse Kerk ook vandaag terzake.
Zien we de doorwerking van zijn gedachtegoed ergens terug?
De Gereformeerde Bond is nog altijd actief in het breed onder de aandacht brengen van deze noties. Daar wordt gesproken over Schriftuurlijk-bevindelijk, duidend op het feit dat alle bevinding genormeerd moet worden door de Schrift én volgt op de uitleg van het Woord. En de missie van de Gereformeerde Bond is te bevorderen dat de Protestantse Kerk in Nederland zich gebonden weet aan de gereformeerde belijdenis.