Het lijkt zo vanzelfsprekend: in een gemeente van de Protestantse Kerk voel je je veilig.
- Leden behandelen elkaar met respect.
- Mensen met speciale taken en opdrachten maken geen gebruik van hun machtspositie.
- Kinderen en jongeren kunnen ongestoord meedoen.
Helaas gaat dat niet altijd en overal op. Ongewenste intimiteiten en situaties van misbruik komen ook in de Protestantse Kerk voor. Daar willen en mogen we niet voor wegkijken!
Bezinning voor een veilige gemeente
Het is dan ook belangrijk om veilig gemeente-zijn binnen de kerkelijke gemeente aan de orde stellen. Maak veiligheid bespreekbaar! In de kerkenraad én bij andere groepen in de gemeente.
De korte bezinning thema 'Veilige gemeente' kan de kerkenraad en andere groepen helpen bij de eerste stap. Uitgebreider met het thema aan de slag kan aan de hand van de volgende opzet: programma bezinningsavond 'Veilige gemeente'
Beleid maken voor een veilige gemeente
Naast bewustzijn en een respectvolle omgang met elkaar is het goed om als gemeente duidelijke regels en beleid te hebben.
Bekijk hier een mogelijke opzet voor een beleid 'veilige gemeente'.
In dit beleid is in ieder geval opgenomen:
Veilig jeugdwerk
Denk ook bewust na over veilig jeugdwerk. Als je een ambt of andere functie in de kerk hebt, brengt dat een bepaalde gezagspositie met zich mee ten opzichte van anderen. Dat geldt zeker voor het jeugdwerk, waarbij de ongelijkheid door leeftijd al duidelijk is. Daarnaast zijn jeugdleiders voor veel kinderen en jongeren ook een identificatiefiguur.
- Denk niet: bij ons komt het niet voor
Besef dat ongewenste bejegening, grensoverschrijdend gedrag of misbruik van scheve gezagsverhoudingen ook binnen de kerk voor kunnen komen.
- Agendeer en bespreek veilig jeugdwerk
En doe dat niet eenmalig, maar regelmatig.
- Maak gebruik van middelen die veilig jeugdwerk ondersteunen.
Maak gebruik van VOG’s (Verklaring Omtrent Gedrag), gedragscode, omgangsregels, zorgvuldige selectie van je vrijwilligers, en stel vertrouwenspersonen aan.
Denk ook aan het vierogenprincipe. Hierbij zijn er twee personen als leiding bij groepen van minderjarigen aanwezig. Dit hoeven niet altijd twee volwassenen te zijn, een volwassene en een jongere kan ook. Ook hoeven de twee personen niet altijd in dezelfde ruimte te zijn; wanneer de toegang tot de ruimten maar open is (ramen, glas in of naast de deur, deur open). Dit is bijvoorbeeld van toepassing op de kindernevendienst, jeugdclub of de crèche. Het vier-ogen-principe is niet alleen goed om misbruik te voorkomen, maar ook fijn als een kind naar het toilet moet of terug naar de ouders wil. Je staat er niet alleen voor!
Te maken met grensoverschrijdend gedrag in de gemeente?