Haar roeping ervaart Petra Doorn (1971) niet als opdracht voor een werknemer, maar als betekenisvolle taak voor een gelovig mens. Ze voelt zich bijzonder bevoorrecht in deze functie. “In een organisatie als Defensie, waarin alles gericht is op de bedrijfsvoering, mag ik er zijn voor de mens achter het uniform en zijn of haar zingevingsvragen.”
- Werkt als ‘defensiedominee’ bij opleidings- en trainingscentrum Genie in Vught. Hiervoor gemeentepredikant in Zetten en Oosterbeek, diaconaal jeugdwerker in Den Haag en uitgezonden medewerker van Kerk in Actie bij de predikantenopleiding in Mozambique.
- studie theologie in Amsterdam, acculturatiecursus bij Hendrik Kraemer Instituut Utrecht (voorbereiding voor uitzending naar buitenland) en klinisch pastorale vorming in Nijmegen.
- voelt zich verwant aan de oecumenische en protestantse stroming binnen de kerk.
Wat heb je nodig om met vrucht en vreugde te werken? Hoe zorg je ervoor dat je niet opbrandt?
“Doordat ik met collega’s inspiratie, maar ook mijn vragen en onzekerheid mag delen. Bij de protestantse dienst geestelijke verzorging binnen de krijgsmacht is dat heel goed geregeld. We hebben regelmatig intervisie, studiedagen, er is collegiaal overleg en je wordt gestimuleerd om elkaar op te zoeken.”
Wat doe je het liefst van je kerkenwerk?
“Omgaan met mensen is een belangrijke kern van mijn werk, daarnaast vind ik het fijn om voor te gaan in kerkdiensten of een bezinningsmoment te houden voor militairen. Je kunt woorden geven aan vragen en ervaringen van mensen, en tegelijk verwerken wat je meekrijgt in het pastoraat.”
Met wie zou je graag een keer aan tafel zitten?
“Met Eva Jinek. Niet voor de camera’s, maar bij een gemeentemaaltijd of in een buurthuis. Het leven, maar ook je hoop en dromen met elkaar delen. Samen ervaren dat er gemeenschap groeit waar mensen kwetsbaar durven zijn. Ik zou met haar willen onderzoeken of er ook een meer opbouwende vorm van journalistiek kan bestaan die de waan van de dag meer links laat liggen.”
Hoe zie je de rol van de kerk in de samenleving?
“Een kerk die meer open durft te zijn kan een goede rol spelen in de samenleving. Iets minder gericht op kerkelijke tradities en meer luisteren naar mensen en hun (levens)verhalen. Vanuit geloofsvertrouwen aanwezig zijn op plekken waar mensen het moeilijk hebben en samen met anders-gelovigen zoeken naar wegen van vrede en recht.”
Welk boek, welke serie, film of welke podcast raad je je collega’s aan?
“Ik heb met veel plezier ‘Fortuna’s kinderen’ van Annejet van der Zijl gelezen, een aangrijpend en hoopgevend verhaal over liefde in een wereld vol haat en racisme. Ook kijk ik graag documentaires die mensen van verschillende achtergronden op integere manier laten zien. Zoals ‘De Wasstraat’ of de korte tv-serie Zina over vijf Marokkaans-Nederlandse jonge vrouwen. Ze openen je ogen voor groepen die minder vertegenwoordigd zijn in je kerk of bubbel.”
Is er een bijbeltekst die met je meegaat?
“De genezing van de kromgebogen vrouw (Lucas 13:10-17), een prachtig verhaal over bevrijding, juist op de sabbat. Het laat zien dat wij niet gebukt, maar rechtop door het leven mogen gaan. Ik geloof echt dat God ons wil bevrijden van alles wat ons klein houdt.”
Wat hoop je voor de toekomst van de kerk?
“Dat we het contact met mensen in alle lagen van de samenleving hervinden. In mijn werk merk ik dat veel militairen een bezinningsmoment op zijn tijd echt waarderen. Ik lees een bijbelverhaal, geef ze gelegenheid een kaarsje aan te steken, en zoek steeds de aansluiting bij de situatie waarin militairen zich bevinden. Zo’n moment noem ik een adempauze in het drukke bestaan. Zou zoiets niet ieder mens goed doen?”
Lees meer in de serie over het ambt: