Visitatie is een beladen woord. Het vindt immers plaats bij onenigheid in een gemeente en legt iets bloot wat pijnlijk is. Maar deze ‘dienst van bemiddeling’ is heel wezenlijk. “We kunnen niet zonder de blik van buiten.”
Visitatie bij onenigheid
Visitatie vindt plaats in gemeenten waar sprake is van onenigheid, in de zakelijke of persoonlijke sfeer. Visitatoren, mensen ‘van buiten’, kijken naar een probleem, een conflict, waar de kerkenraad of gemeente zelf niet uitkomt. Wilbert van Iperen, classispredikant van de classis Veluwe en als zodanig betrokken bij visitatie, vindt visitatie een waardevol instrument. “We kunnen niet zonder de blik van buiten. Visitatoren helpen kerkenraden en gemeenten in de spiegel te kijken. Ze doen dat vanuit een pastorale attitude, als mede-ambtsdragers.”
Visitatie: realistisch zijn
Als classispredikant is Van Iperen altijd bij visitatie betrokken. Bij het eerste contact met een gemeente, en op de achtergrond tijdens het traject zelf. In spoedeisende situaties kan hij voorlopige besluiten nemen, een van zijn bevoegdheden als classispredikant. Dat is niet vaak nodig. Van Iperen wil visitatie niet te zwaar duiden. “Het is pijnlijk dat het soms nodig is, maar laten we ook realistisch zijn. In een geloofsgemeenschap gaat het over dingen die mensen aan het hart gaan. Wat je ter harte gaat, kan je diep raken.”
Visitatie is bemiddeling
Een alarmerend telefoontje vanuit een gemeente naar de classispredikant is meestal de eerste stap in een mogelijk traject van visitatie, zegt Erik Schuitemaker, predikant in de Hervormde Gemeente Elburg en voorzitter van het college voor de visitatie in de classis Veluwe. “Als hij en ik denken dat er echt wat aan de hand is, maken we een afspraak voor een soort intake: hoe ernstig is het? Soms zijn we na dit ene bezoek klaar, en hebben we wegen kunnen wijzen om verder te gaan. Het gebeurt ook dat we toewerken naar een traject van visitatie, waarin we een kerkenraad of gemeente langdurig bijstaan zodat men verder kan. Visitatie is een dienst van bemiddeling.”
Beladen woord
Als je een gemeente laat weten dat er een traject van visitatie plaats gaat vinden, is er in eerste instantie schrik, weet Schuitemaker. “Visitatie is een beladen woord. Laatst ging ik voor in een gemeente waar de ouderling van dienst tegen me zei: ‘Ik weet dat u ook in het college voor de visitatie zit, maar we hopen u niet snel weer te zien.’ Hij zei het met een knipoog, maar het geeft wel wat aan.”
Van Iperen hoopt dat de kerkenraad of gemeente waar visitatie plaats gaat vinden zelf inziet dat dat goed is. “Dat lukt helaas niet altijd. In zo’n geval ligt het initiatief voor visitatie bij het breed moderamen van de classis en het college voor de visitatie zelf.”
Team van 12
Visitatie is sinds maart 2019 een taak van de classis, in de vorm van een classicaal college voor de visitatie dat zelfstandig kan adviseren. Schuitemaker is voorzitter van een team van 12 visitatoren: predikanten, mensen met bestuurlijke ervaring, mensen die weten hoe ze met conflicten om moeten gaan, maar ook kerkenraadsleden met ervaring in het kerkelijk leven. Mannen en vrouwen, op verschillende manieren inzetbaar. “Als er een traject van visitatie nodig blijkt, stel ik een team van 2 of 3 mensen samen dat het probleem in kaart brengt. Waar komt het vandaan? Welke belangen spelen er? Zij koppelen dat aan mij terug. Grote problemen bespreken we in het college als geheel. De visitatoren proberen vervolgens partijen met elkaar in gesprek te brengen en adviseren over een mogelijke oplossing.”
Gemeenteleden kunnen hun zegje doen
Soms is het probleem een interne kerkenraadskwestie waar de gemeente geen weet van heeft. Bijvoorbeeld twee groepen die niet met elkaar overweg kunnen. Vaker gaat het om een probleem waar de gemeente wel van op de hoogte is. Schuitemaker: “In dat geval informeren we de gemeente over de visitatie, om haar gerust te stellen dat er mensen bezig zijn om zaken uit te zoeken. Als het een probleem betreft waar veel gemeenteleden bij betrokken zijn, wordt er een zitting gehouden. Gemeenteleden die dat willen, kunnen aangeven hoe zij het zien. Dat kan ook op een gemeenteavond die door de visitatoren wordt georganiseerd.”
Draagvlak krijgen
Visitatie heeft altijd effect, maar niet altijd het gewenste resultaat, ziet Schuitemaker. “Visitatoren nemen geen beslissingen maar geven adviezen, en het is een kunst om daar draagvlak voor te krijgen. We geven natuurlijk graag adviezen waar men zelf ook wat ook voor voelt. Als er echt sprake is van een conflict, kan het diep gaan. Niet iedereen krijgt zijn zin. Soms blijven mensen het oneens. En soms moeten er onontkoombare dingen gebeuren.”
Visitatie legt iets pijnlijks bloot
Visitatoren laten hun adviezen in een rapport bij de gemeente achter. De classispredikant belt na verloop van tijd om te vragen wat er met de adviezen is gedaan. Een gemeente is autonoom, maar kan wel ter verantwoording worden geroepen.
Er is geen eenduidig antwoord op de vraag hoe visitatie in het algemeen ervaren wordt. Van Iperen: “En hoe de gemeente het ervaren heeft, zegt niet alles over de vraag of de visitatoren goed geadviseerd hebben of niet. Een goede visitatie met goede conclusies kan voor een deel van de mensen toch moeilijk verteerbaar zijn. Visitatie legt iets bloot wat pijnlijk is. Een onderwerp dat de gemeente misschien wel uit de weg ging. Als het dan naar buiten komt, zijn de gemoederen vaak verhit. Het gaat trouwens vaker om onderlinge relaties dan om de inhoud. Mensen staan soms lijnrecht tegenover elkaar.”
Hakken in het zand
Het werk van de visitatoren is niet altijd leuk, vindt Schuitemaker. “Ik kom vaak in een situatie van spanning, van boosheid, van hakken in het zand. Ik vind het moeilijk als er in de loop van het traject geen enkel beroep op het evangelie meer mogelijk is. Waar mensen niet meer aanspreekbaar zijn op de waarde van het evangelie: blijf naar elkaar luisteren, stel jezelf niet op de eerste plaats, en laat de zon niet ondergaan over je toorn. Daar word ik echt verdrietig van. Om met hart en ziel visitator te zijn moet je van de kerk houden, moet je liefde in je hart hebben voor een gebroken kerk met al haar fouten en gebreken. Die liefde heb ik, het gaat uiteindelijk om de zaak van God zelf.”
Lees ook: