Pastoraat in de samenleving
De Protestantse Kerk ziet het categoriaal pastoraat als een wezenlijk onderdeel van haar roeping en verantwoordelijkheid. De kerk heeft als doel om present te zijn, ook daar waar mensen noodgedwongen niet naar de (eigen) gemeente kunnen.
Daarom werken er ruim vijfhonderd predikanten-geestelijk verzorgers met een bijzondere opdracht in het justitiepastoraat, de zorg, de scheepvaart, de krijgsmacht, de luchthaven, en het doven- en studentenpastoraat. Deze geestelijk verzorgers begeven zich op hun missiepost midden in de samenleving en maken de kerk op hun eigen plek zichtbaar.
De pastoraten worden vertegenwoordigd in landelijke werkgroepen van de dienstenorganisatie - bestaande uit ervaren vrijwilligers - die een verbindende schakel vormen tussen de praktijk en de landelijke kerk.
Geestelijke verzorging in de eerste lijn
Sinds 2019 maakt een nieuwe subsidieregeling de inzet van geestelijk verzorging thuis (voorheen ‘eerste lijn’) mogelijk. Zo wordt geestelijke begeleiding of zielzorg steeds beter beschikbaar voor mensen, ook in de thuissituatie. Hiervoor hebben geestelijk verzorgers die in de thuissituatie willen werken wel een bevoegdheidsverklaring nodig van een zendende instantie.
Op 29 januari 2021 heeft het moderamen van de generale synode de besluitvorming afgerond dat predikant-geestelijk verzorgers en kerkelijk werker-geestelijk verzorgers in de eerste lijn (thuissituatie) een bijzondere opdracht verleend kan worden. Hiermee is de Protestantse Kerk nu ook één van de instanties waar vrijgevestigde geestelijk verzorgers een zending kunnen aanvragen.
Een zending is een ander woord voor het beroep of bijzondere opdracht dat een predikant kan krijgen - voor kerkelijk werkers is dit een aanstelling - als geestelijk verzorger. Deze bijzondere opdracht wordt altijd door een ambtelijke vergadering verleend en kan alleen aan predikanten en kerkelijk werkers die lid zijn van de Protestantse Kerk gegeven worden.